NJB 2018/1529
Wet Bopz. Gevaar. Hoge Raad: Het oordeel van de rechtbank dat het gevaar bestaat dat betrokkene zich van het leven zal beroven of zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen, is onbegrijpelijk
HR 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1204
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juli 2018
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
18/01408
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1204, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑05‑2018
- Wetingang
(art. 15 Wet Bopz)
Essentie
Wet Bopz. Gevaar. Hoge Raad: Het oordeel van de rechtbank dat het gevaar bestaat dat betrokkene zich van het leven zal beroven of zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen, is onbegrijpelijk
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
De rechtbank heeft een machtiging verleend tot voortzetting van het verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis.
Hoge Raad
Uit de geneeskundige verklaring volgt niet dat het gevaar bestaat dat betrokkene zich van het leven zal beroven of zichzelf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.