Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 60 Verwijzing naar rechtsprekende formaties
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Het Hof verwijst elke bij hem aanhangig gemaakte zaak naar de kamers van vijf of drie rechters, voor zover het wegens de moeilijkheid of het belang van de zaak dan wel wegens bijzondere omstandigheden niet noodzakelijk is dat de zaak naar de Grote kamer wordt verwezen, behoudens wanneer om een dergelijke verwijzing krachtens artikel 16, derde alinea, van het Statuut is verzocht door een lidstaat of een instelling van de Unie die aan de procedure deelneemt.
2.
Het Hof houdt zitting in voltallige zitting wanneer bij hem een zaak aanhangig is gemaakt krachtens het bepaalde in artikel 16, vierde alinea, van het Statuut. Het kan een zaak naar de voltallige zitting verwijzen wanneer het overeenkomstig artikel 16, vijfde alinea, van het Statuut van oordeel is dat de zaak van uitzonderlijk belang is.
3.
De rechtsprekende formatie waarnaar de zaak is verwezen, kan het Hof in elke stand van het geding verzoeken om deze zaak te verwijzen naar een grotere formatie.
4.
Indien de mondelinge behandeling zonder instructie wordt geopend, stelt de president van de rechtsprekende formatie de datum van opening vast.