V-N 2017/58.3
Schending EU-verdedigingsbeginsel bij navordering douanerechten?
HR 24-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2980, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 november 2017
- Magistraten
Overgaauw, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
15/05787
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS200016:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑11‑2017
ECLI:NL:HR:2017:2980, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑11‑2017
- Wetingang
art. 201 lid 3 CDW; art. 25 IW 1990
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof geen omstandigheden heeft vastgesteld die rechtvaardigen dat X bv niet voorafgaand aan het uitreiken van de uitnodigingen tot betaling van douanerechten in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. Een zodanige rechtvaardiging kan niet zijn dat uitstel van betaling zal worden verleend.
Samenvatting
X bv handelt in groente en fruit. X bv voert partijen verse knoflook in uit Rusland en Turkije, waarop preferente douanetarieven van toepassing zijn. Na onderzoek door de FIOD-ECD stelt de inspecteur dat de knoflook afkomstig is uit China. In geschil zijn de deswege aan X bv uitgereikte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.