NJ 2020/370
Onteigening. Schadeloosstelling; vergoeding wegens winbare bodembestanddelen; verdeling bij helfte tussen onteigenaar en onteigende?; maatstaf.
HR 02-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1543
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/02696
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS236895:1
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
Onteigeningsrecht / Schadeloosstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1543, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:286, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑06‑2019
- Wetingang
Essentie
Onteigening. Schadeloosstelling; vergoeding wegens winbare bodembestanddelen; verdeling bij helfte tussen onteigenaar en onteigende?; maatstaf.
Samenvatting
De onteigende heeft recht op een volledige vergoeding voor alle schade die hij rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn zaak lijdt (art. 40 Ow). Indien de te onteigenen grond bruikbare bodembestanddelen bevat die deze grond aantrekkelijker maken dan andere gronden, dient deze eigenschap bij de waardebepaling in aanmerking te worden genomen, tenzij de aanwending van de grond winning van de bodembestanddelen uitsluit. Indien winbare bodembestanddelen aanwezig zijn, is de rechtbank in beginsel vrij in haar keuze voor de te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.