NJB 2017/788
Recht op pleidooi art. 311 lid 2 Sv: in casu beperking daarvan op wijze die onverenigbaar is met de regel dat een raadsman het recht heeft bij pleidooi aan te voeren wat hem in het belang van de verdediging dienstig voorkomt
HR 21-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:468
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 maart 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.F. Faase
- Zaaknummer
16/00444 A
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:468, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑08‑2016
- Wetingang
(art. 311 Sv)
Essentie
Recht op pleidooi art. 311 lid 2 Sv: in casu beperking daarvan op wijze die onverenigbaar is met de regel dat een raadsman het recht heeft bij pleidooi aan te voeren wat hem in het belang van de verdediging dienstig voorkomt
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld vanwege – kort gezegd – 1. ‘doodslag’, 2. ‘poging tot doodslag’ en 3. ‘handelen in strijd met artikel 3 van de Vuurwapenwet BES, meermalen gepleegd’ veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien jaren.
Het middel klaagt dat het onderzoek ter terechtzitting aan nietigheid lijdt doordat het hof de raadsvrouwe van de verdachte heeft beperkt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.