JWB 2002/296
Voorlopige maatregel, gemeenschapsrecht, nationaal recht
HR 13-09-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4357
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 september 2002
- Zaaknummer
C97/319HR
- LJN
AE4357
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE4357, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE4357, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑09‑2002
- Wetingang
Art. 50 lid 6 TRIPs-verdrag
Essentie
Voorlopige maatregel, gemeenschapsrecht, nationaal recht
Samenvatting
Casus
De Hoge Raad heeft bij het tussenarrest van 26 februari 1999 aan het HvJ EG prejudiciële vragen gesteld omtrent uitleg van art. 50 lid 6 TRIPS-verdrag. Aangezien in twee andere zaken dezelfde vraag reeds is gesteld, heeft het HvJ EG de Hoge Raad verzocht of hij zijn verzoek wenst te handhaven. De Hoge Raad heeft aan het HvJ EG meegedeeld dat hij geen belang meer had bij de handhaving van het verzoek. Op 13 februari 2001 werd het verzoek bij een beschikking in het register van het HvJ EG geschrapt.