V-N Vandaag 2017/445
Toch immateriële schadevergoeding volgens A-G ondanks 'no cure no pay'
HR (A-G) 09-02-2017, ECLI:NL:PHR:2017:81
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
9 februari 2017
- Zaaknummer
16/03967
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Waardering onroerende zaken (V)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2017
ECLI:NL:HR:2017:965, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:81, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2017
- Wetingang
Essentie
A-G IJzerman is van mening dat een ‘no cure no pay’ afspraak voorkomt dat een belastingplichtige gaat tobben over de rekening van zijn gemachtigde, maar dat de spanning en frustratie over de uitkomst van het fiscale geschil blijven.
Samenvatting
Aan de heer X is door de gemeente Rotterdam in 2013 een WOZ-beschikking opgelegd. De vastgestelde WOZ-waarde is € 1.160.000 en de OZB-aanslag is € 1.374. Rechtbank Rotterdam stelt X in het ongelijk, doch kent aan hem wel een immateriële schadevergoeding van € 1.000 toe vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Volgens Hof Den Haag is dit terecht, ondanks ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.