RN 2019/104
Overdrachtsbelasting. Mag de vrijstelling overdrachtsbelasting worden toegepast bij een splitsing als voorafgaand hieraan de aandelen in de verkrijgende vennootschap zijn verkocht?
HR 13-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1297
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 september 2019
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, M.A. Fierstra, J. Wortel, L.F. van Kalmthout, P.A.G.M. Cools
- Zaaknummer
18/04792
- Conclusie
A-G mr. P.J. Wattel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS174333:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1297, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:394, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑04‑2019
- Wetingang
Art. 15 lid 1 onderdeel h WBR; art. 5c Uitvoeringsbesluit BRV
Essentie
Overdrachtsbelasting. Splitsingsvrijstelling.
Mag de vrijstelling overdrachtsbelasting worden toegepast bij een splitsing als voorafgaand hieraan de aandelen in de verkrijgende vennootschap zijn verkocht?
Samenvatting
Op 17 juni 2015 heeft X BV met A BV een overeenkomst gesloten tot verkoop door A BV aan X BV van aandelen in de op dat moment nog op te richten belanghebbende. Bij akte van splitsing van 17 november 2015 is belanghebbende opgericht. Volgens die akte ging een deel van het vermogen van A BV onder algemene titel over op belanghebbende, die daarmee (zakelijke rechten op) onroerende zaken (waaronder tankstations) verkreeg. Daarbij heeft A ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.