NJ 2009, 207
Onteigening. Procesrecht; niet betekenen (tijdig) afgelegde verklaring ex art. 52 lid 3 Ow.; voor herstel vatbaar verzuim? Ontvankelijkheid cassatieberoep pachter die tot dusver geen partij was in onteigeningsgeding.
HR 24-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH3188
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 april 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/01686
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BH3188
- JCDI
JCDI:ADS111546:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH3188, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH3188, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑03‑2008
- Wetingang
Essentie
Onteigening. Procesrecht; niet betekenen (tijdig) afgelegde verklaring ex art. 52 lid 3 Ow; voor herstel vatbaar verzuim? Ontvankelijkheid cassatieberoep pachter die tot dusver geen partij was in onteigeningsgeding.
Het niet betekenen van een (tijdig) afgelegde verklaring als bedoeld in art. 52 lid 3 Ow is een vormverzuim dat zich leent voor herstel in een geval waarin, zoals hier, tijdig is gedagvaard, tenzij de verweerder in cassatie zou zijn bemoeilijkt in het verweer dat hij in het geding wil voeren. Daarvan is geen sprake in een geval als het onderhavige, waarin de verweerder weliswaar eerst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.