Gst. 2017/22
Artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles). Damoclesbeleid, geen bijzondere omstandigheden die nopen tot afwijking van beleid. Inherente afwijkingsbevoegdheid. Artikel 4:84 Awb. Handelshoeveelheid harddrugs in garage bij hotel. Verhouding tot ABRvS 26 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2840.
ABRvS 24-08-2016, ECLI:NL:RVS:2016:2314, m.nt. F.A. Pommer
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 augustus 2016
- Magistraten
Mrs. J.A. Hagen, A.B.M. Hent en H. Bolt
- Zaaknummer
201506641/1/A3
- Noot
F.A. Pommer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925533:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Openbare orde
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:2314, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑08‑2016
- Wetingang
(Art.13b Opiumwet)
Essentie
Artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles). Damoclesbeleid, geen bijzondere omstandigheden die nopen tot afwijking van beleid. Inherente afwijkingsbevoegdheid. Artikel 4:84 Awb. Handelshoeveelheid harddrugs in garage bij hotel. Verhouding tot ABRvS 26 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2840.
Samenvatting
De rechtbank heeft in hetgeen [appellant] heeft aangevoerd terecht geen bijzondere omstandigheden aangenomen die voor de burgemeester aanleiding hadden moeten zijn om van het beleid af te wijken. Daartoe wordt het volgende overwogen. Aangezien de persoonlijke verwijtbaarheid geen rol speelt bij de vraag of zich een situatie voordoet die noopt tot sluiting heeft de rechtbank terecht de omstandigheid dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.