Einde inhoudsopgave
Regeling houders van dieren
Artikel 7b.36 Maatregelen te lage waarden vermeerderingsdier of leghen
Geldend
Geldend vanaf 21-04-2021
- Bronpublicatie:
12-04-2021, Stcrt. 2021, 17794 (uitgifte: 16-04-2021, regelingnummer: WJZ/ 21072840)
- Inwerkingtreding
21-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-04-2021, Stcrt. 2021, 17794 (uitgifte: 16-04-2021, regelingnummer: WJZ/ 21072840)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
1.
Indien uit het onderzoek, bedoeld in artikel 7b.29, eerste lid, blijkt dat de betreffende waarde, bedoeld in bijlage 12, onderdeel 1, bij een koppel vermeerderingsdieren van de soort kip of kalkoen, of kippen of kalkoenen die worden opgefokt tot vermeerderingsdier, leghennen of dieren die worden opgefokt tot leghen niet wordt behaald, laat de exploitant de dieren terstond door een dierenarts vaccineren.
2.
Binnen vier weken na vaccinatie, bedoeld in het eerste lid, worden de dieren, bedoeld in dat lid opnieuw onderzocht. Artikel 7b.29 in samenhang met artikel 7b.31, aanhef of 7b.32, aanhef, zijn van overeenkomstige toepassing.
3.
De houder stuurt uiterlijk twee weken na de vaccinatie een kopie van de gegevens, bedoeld in artikel 7b.28, vierde lid, aan de instelling die op grond van artikel 3.1 van het Besluit diergezondheid is aangewezen voor de uitvoering van het monitoringsprogramma voor Newcastle disease.