NJ 2011/434
Ten onrechte geen beslissing genomen over inbeslaggenomen voorwerpen die tevens zijn aangemerkt als stukken van overtuiging.
HR 13-09-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP9398
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 september 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.M.E. Thomassen, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
10/00540
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BP9398
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP9398, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP9398, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑2011
- Wetingang
Sv art. 353
Essentie
Voor zover het hof ervan is uitgegaan dat de inbeslaggenomen voorwerpen in de loop van de procedure als stukken van overtuiging in het dossier zijn gevoegd, en dat zulks meebrengt dat ten aanzien van die voorwerpen geen beslissing als bedoeld in art. 353 Sv is vereist, heeft het blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Opmerking verdient dat art. 353 Sv slechts ziet op voorwerpen die in de zaak van de verdachte — en dus niet in die van een medeverdachte — in beslag zijn genomen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.