Einde inhoudsopgave
Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije
Artikel 25
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1964
- Bronpublicatie:
12-09-1963, Trb. 1963, 184 (uitgifte: 24-12-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1964
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-1964, Trb. 1964, 171 (uitgifte: 01-01-1964, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Douane (V)
1.
Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan aan de Associatieraad elk geschil voorleggen inzake de toepassing of uitlegging van de Overeenkomst, dat de Gemeenschap, een Lid-Staat van de Gemeenschap of Turkije betreft.
2.
De Associatieraad kan het geschil beslechten door middel van een beslissing; hij kan eveneens besluiten het geschil voor te leggen aan het Hof van Justitie der Europese Gemeenschappen of aan elke andere bestaande rechterlijke instantie.
3.
Iedere Partij is verplicht de maatregelen te nemen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de beslissing of de uitspraak.
4.
De Associatieraad stelt, overeenkomstig artikel 8 van de Overeenkomst, de bepalingen vast van een scheidsrechtelijke[lees: scheidsrechterlijke] procedure of van elke andere gerechtelijke procedure waarvan de Overeenkomstsluitende Partijen gedurende de overgangsfase en de definitieve fase gebruik zullen kunnen maken, ingeval het geschil niet overeenkomstig lid 2 van dit artikel beslecht kan worden.