Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije
Protocol No. 1 Voorlopig Protocol
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1964
- Bronpublicatie:
12-09-1963, Trb. 1963, 184 (uitgifte: 24-12-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1964
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-1964, Trb. 1964, 171 (uitgifte: 01-01-1964, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Douane (V)
De Overeenkomstsluitende Partijen,
Zich bewust van het belang, in het bijzonder tijdens de voorbereidende fase, van de uitvoer van tabak, rozijnen en krenten, gedroogde vijgen en hazelnoten voor de Turkse economie;
Verlangende, het Voorlopige Protocol vast te stellen, vermeld in artikel 3 van de Associatieovereenkomst;
Hebben overeenstemming bereikt over de volgende bepalingen:
Artikel 1
1
Vier jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst onderzoekt de Associatieraad, of hij, rekening houdend met de economische toestand van Turkije, in de vorm van een Aanvullend Protocol, de bepalingen betreffende de voorwaarden van, de wijze waarop en het ritme voor de verwezenlijking der in artikel 4 van de Associatieovereenkomst vermelde overgangsfase kan vaststellen.
Dit Aanvullende Protocol wordt door de Overeenkomstsluitende Partijen ondertekend en het treedt in werking, nadat de in elk der betrokken landen vereiste grondwettelijke procedures zijn voltooid.
2
Indien men het Aanvullende Protocol aan het einde van het vijfde jaar niet heeft kunnen vaststellen, wordt opnieuw de in lid 1 vermelde procedure ingeleid na een door de Associatieraad te bepalen termijn die niet langer mag duren dan drie jaar.
3
De bepalingen van dit Protocol blijven van toepassing tot de inwerkingtreding van het Aanvullende Protocol, en uiterlijk tot het einde van het tiende jaar.
Ingeval evenwel het Aanvullende Protocol is vastgesteld, maar aan het einde van het tiende jaar niet in werking kan treden, wordt het Voorlopige Protocol verlengd voor een periode van ten hoogste een jaar.
Ingeval het Aanvullende Protocol aan het einde van het negende jaar niet kan worden vastgesteld, neemt de Associatieraad een besluit met betrekking tot de verdere regeling inzake de voorbereidende fase, die van toepassing is met ingang van het einde van het tiende jaar.
Artikel 2
Met ingang van de inwerkingtreding van dit Protocol, openen de Lid-Staten van de Gemeenschap voor hun invoer van oorsprong en van herkomst uit Turkije, de volgende jaarlijkse tariefcontingenten:
- a)
24.01 — Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak Belgisch-Luxemburgse Economische Unie …
1.250 ton
Bondsrepubliek Duitsland …
6.600 ton
Frankrijk …
2.550 ton
Italië …
1.500 ton
Nederland …
600 ton
Binnen de grenzen van deze tariefcontingenten past elke Lid-Staat een douanerecht toe dat gelijk is aan het recht dat hij toepast op de invoer van dezelfde produkten, in het kader van de door de Gemeenschap op 9 juli 1961 ondertekende Associatieovereenkomst.
- b)
ex 08.04 — Rozijnen en krenten (in verpakkingen met een inhoud van 15 kilogram of minder) Belgisch-Luxemburgse Economische Unie …
3.250 ton
Bondsrepubliek Duitsland …
9.750 ton
Frankrijk …
2.800 ton
Italië …
7.700 ton
Nederland …
6.500 ton
Binnen de grenzen van deze tariefcontingenten past elke Lid-Staat een douanerecht toe dat gelijk is aan het recht dat hij toepast op de invoer van dezelfde produkten, in het kader van de door de Gemeenschap op 9 juli 1961 ondertekende Associatieovereenkomst.
- c)
ex 08.03 — Gedroogde vijgen (in verpakkingen met een inhoud van 15 kilogram of minder) Belgisch-Luxemburgse Economische Unie …
840 ton
Bondsrepubliek Duitsland …
5.000 ton
Frankrijk …
7.000 ton
Nederland …
160 ton
In het kader van deze tariefcontingenten past elke Lid-Staat tot aan het tijdstip van de uiteindelijke aanpassing van de nationale rechten van de Lid-Staten der Gemeenschap aan het gemeenschappelijk douanetarief voor gedroogde vijgen een douanerecht toe dat gelijk is aan het basisrecht in de zin van artikel 14, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Gemeenschap, verminderd met de helft der verlagingen die de Lid-Staten van de Gemeenschap elkaar onderling toekennen.
Mochten de bepalingen van het Voorlopige Protocol nog van kracht zijn op het tijdstip van de uiteindelijke aanpassing van de nationale rechten van de Lid-Staten der Gemeenschap aan het gemeenschappelijk douanetarief voor gedroogde vijgen, dan neemt de Gemeenschap de nodige tariefmaatregelen ten einde voor Turkije commerciële voordelen te behouden die gelijkwaardig zijn aan de voordelen die dit land krachtens het voorgaande lid zijn verzekerd, rekening houdende met artikel 3.
- d)
ex 08.05 — Noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld: hazelnoten Belgisch-Luxemburgse Economische Unie …
540 ton
Bondsrepubliek Duitsland …
14.500 ton
Frankrijk …
1.250 ton
Nederland …
710 ton
In het kader van dit tariefcontingent past elke Lid-Staat van de Gemeenschap een ad valoremrecht toe van 2,5%.
Bovendien gaan de Lid-Staten van de Gemeenschap voor dit produkt, bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst, over tot volledige afschaffing van de intra-communautaire douanerechten en de algehele toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief.
Artikel 3
Vanaf het tijdstip van de uiteindelijke aanpassing van de nationale rechten van de Lid-Staten der Gemeenschap aan het gemeenschappelijk douanetarief voor de in artikel 2 genoemde produkten, zal de Gemeenschap jaarlijks ten behoeve van Turkije tariefcontingenten openen van een omvang die overeenkomt met de totale omvang van de op die datum geopende nationale contingenten. Deze procedure wordt toegepast onverminderd de besluiten die door de Associatieraad krachtens artikel 4 voor het volgende kalenderjaar zijn genomen.
Met betrekking tot hazelnoten evenwel wordt deze procedure eerst toegepast op het tijdstip waarop voor de drie andere produkten tezamen de aanpassing van de nationale rechten van de Lid-Staten der Gemeenschap aan het gemeenschappelijk douanetarief tot stand zal zijn gebracht.
Artikel 4
Met ingang van het tweede jaar volgende op de inwerkingtreding van de Overeenkomst kan de Associatieraad besluiten tot verruiming van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde omvang van de tariefcontingenten. Behoudens een andersluidend besluit van de Associatieraad blijven deze verruimingen behouden. Elke verruiming wordt eerst van kracht met ingang van het daarop volgende kalenderjaar.
Artikel 5
Ingeval de datum van de inwerkingtreding van de Overeenkomst niet samenvalt met de aanvang van het kalenderjaar, openen de Lid-Staten van de Gemeenschap, voor het tijdvak lopende van de datum van de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot de aanvang van het daarop volgende kalenderjaar, tariefcontingenten van een omvang die overeenkomt met een twaalfde van de in artikel 2 genoemde hoeveelheden voor elke maand die ligt tussen de datum van de inwerkingtreding van de Overeenkomst en de aanvang van het daarop volgende kalenderjaar.
Met ingang van de inwerkingtreding van de Overeenkomst kan de Associatieraad evenwel de omvang der tariefcontingenten die voortvloeien uit de toepassing van de voorgaande alinea verruimen, ten einde rekening te houden met het seizoenkarakter van de uitvoer der betrokken produkten.
Artikel 6
Aan het einde van het derde jaar, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst, kan de Associatieraad maatregelen treffen die de afzet op de markt van de Gemeenschap van andere produkten dan die vermeld in artikel 2 kunnen bevorderen.
Artikel 7
Bij de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor tabak, hazelnoten en gedroogde vijgen, neemt de Gemeenschap de maatregelen die eventueel noodzakelijk zijn ten einde voor Turkije, rekening houdende met de voor dit gemeenschappelijk landbouwbeleid vastgestelde regeling, uitvoermogelijkheden te behouden die overeenkomen met die welke voor dit land verzekerd zijn krachtens dit Protocol.
Artikel 8
Ingeval de Gemeenschap tariefcontingenten opent voor de in artikel 2 van dit Protocol genoemde produkten, zal Turkije niet minder gunstig behandeld worden met betrekking tot de hoogte van de douanerechten die in het kader van deze tariefcontingenten van toepassing zijn, dan een land dat geen partij is bij de Overeenkomst.
Artikel 9
Turkije streeft ernaar de meest gunstige behandeling die het land aan een of meer Lid-Staten van de Gemeenschap toekent, op alle Lid-Staten toe te passen.
Artikel 10
Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan met ingang van de voorbereidende fase aan de Associatieraad elke moeilijkheid voorleggen betreffende het vestigingsrecht, dienstverlening, vervoer en mededinging. Eventueel kan de Associatieraad tot de Overeenkomstsluitende Partijen elke dienstige aanbeveling richten om deze moeilijkheden uit de weg te ruimen.
Artikel 11
Dit Protocol wordt aan de Overeenkomst gehecht.