NJB 2019/1933:Marktordening. Beschermde zuivelbenamingen. Alpro brengt sojaproducten op de Nederlandse markt. De brancheorganisatie van de zuivelindustrie is van mening dat Alpro een aantal sojaproducten als zuivelproducten heeft aangeduid, althans de indruk heeft gewekt dat het om zuivelproducten gaat, en daardoor in strijd heeft gehandeld met Verordening 1308/2013. Hoge Raad: 1. Gebruik van een zuivelbenaming ter aanduiding van een niet-zuivelproduct. Niet elk gebruik van een zuivelbenaming voor een niet-zuivelproduct valt onder het verbod. Bij het verbod gaat het om het gebruik van de benaming ter aanduiding van het product. Het antwoord op de vraag of in een concreet geval sprake is van gebruik van een zuivelbenaming ter aanduiding van een niet-zuivelproduct hangt af van de omstandigheden van het geval. 2. Zuivel. ‘Zuivel’ is geen benaming ter aanduiding van een specifiek product. Het gebruik van het woord ‘zuivel’ kan onder omstandigheden bijdragen aan het oordeel dat sprake is van schending van het verbod. 3. Procesvolmacht. Nu het niet gaat om de volmacht van de procespartij aan haar advocaat, maar om volmachten van de leden aan de vereniging, mocht de wederpartij bewijs van de volmachten verlangen. Niet valt in te zien op welke wijze de wederpartij haar betwisting van het bestaan van de volmachten nader had kunnen concretiseren of onderbouwen. Een procesvolmacht behoeft pas te worden overgelegd indien het verweer van de wederpartij daartoe aanleiding geeft