Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad)
Artikel 18 bis Evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 08-04-2024
- Bronpublicatie:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/869 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/869)
- Inwerkingtreding
08-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/869 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/869)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
De Commissie bekijkt bij de volgende evaluatie van de uitvoering van de onderhavige richtlijn in het kader van artikel 17 bis van Richtlijn 89/391/EEG ook of het nodig is de grenswaarde voor respirabel kristallijn silicastof aan te passen. De Commissie start dit proces in 2022 en stelt vervolgens, waar passend, in een volgende herziening van de onderhavige richtlijn de nodige wijzigingen en aanpassingen met betrekking tot de desbetreffende stof voor.
2.
Uiterlijk op 11 juli 2022 beoordeelt de Commissie of deze richtlijn dient te worden gewijzigd door toevoeging van een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling via de lucht, en een biologische grenswaarde voor cadmium en de anorganische verbindingen daarvan.
3.
Uiterlijk op 31 december 2022 legt de Commissie, waar passend, na raadpleging van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (ACSH) en rekening houdend met de bestaande aanbevelingen van verschillende agentschappen, belanghebbenden en de Wereldgezondheidsorganisatie inzake prioritaire carcinogene, mutagene en reprotoxische agentia waarvoor grenswaarden nodig zijn, een actieplan voor teneinde voor ten minste 25 stoffen of groepen van stoffen of tijdens werkprocedés gegenereerde stoffen nieuwe of herziene grenswaarden te bepalen voor beroepsmatige blootstelling. Waar passend legt de Commissie, rekening houdend met dat actieplan en met de laatste ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied en na overleg met het ACSH, onverwijld wetgevingsvoorstellen voor krachtens artikel 16.
4.
Waar passend en uiterlijk op 5 april 2025 formuleert de Commissie, rekening houdend met de laatste ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied en na gedegen raadpleging van de betrokken belanghebbenden, een definitie en stelt zij een indicatieve lijst op van gevaarlijke geneesmiddelen of de daarin vervatte stoffen, die voldoen aan de criteria om te worden ingedeeld als carcinogene agentia in categorie 1A of 1B zoals bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008, dan wel mutagene of reprotoxische agentia.
5.
Uiterlijk op 31 december 2022 stelt de Commissie, na gedegen raadpleging van de betrokken belanghebbenden, Unierichtsnoeren op voor het bereiden, toedienen en afvoeren van gevaarlijke geneesmiddelen op de werkplek. Die richtsnoeren worden op de website van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (EU-OSHA) gepubliceerd en door de ter zake bevoegde instanties in alle lidstaten verspreid.
6.
De Commissie stelt, waar passend en op basis van het advies van het ACSH, de boven- en ondergrens van risiconiveaus vast, waarbij zij rekening houdt met de bestaande methoden in bepaalde lidstaten voor de vaststelling van grenswaarden voor carcinogene agentia. Uiterlijk twaalf maanden na ontvangst van het advies van het ACSH stelt de Commissie, na gedegen raadpleging van de betrokken belanghebbenden, Unierichtsnoeren op met betrekking tot de methode voor de vaststelling van risicogebaseerde grenswaarden. Die richtsnoeren worden op de website van het EU-OSHA gepubliceerd en door de ter zake bevoegde instanties in alle lidstaten verspreid.
7.
Uiterlijk op 31 december 2024 stelt de Commissie, na gedegen raadpleging van de betrokken belanghebbenden, waar passend een grenswaarde voor kobalt en anorganische kobaltverbindingen voor, waarbij zij rekening houdt met de laatste ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied.
8.
Uiterlijk op 30 juni 2024 start de Commissie een beoordeling van de effecten van de blootstelling aan een combinatie van stoffen met het oog op, indien passend, de voorbereiding van Unierichtsnoeren daarover. De Commissie houdt daarbij rekening met de meest recente wetenschappelijke ontwikkelingen, het advies van het bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (1) opgerichte Comité risicobeoordeling van het Europees Agentschap voor chemische stoffen, het advies van het ACSH en de beste praktijken in de lidstaten, en raadpleegt de relevante belanghebbenden op passende wijze. Die richtsnoeren worden op de website van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (EU-OSHA) bekendgemaakt en door de relevante bevoegde autoriteiten in alle lidstaten verspreid.
9.
Uiterlijk op 9 april 2026 start de Commissie de procedure met het oog op het verkrijgen van een wetenschappelijke beoordeling van de hormoonontregelende stoffen die een invloed kunnen hebben op de gezondheid en de veiligheid van werknemers, teneinde na te gaan of het passend is die stoffen in het toepassingsgebied van deze richtlijn op te nemen om de gezondheid en de veiligheid van de werknemers beter te beschermen. Indien passend dient de Commissie, na het ACSH te hebben geraadpleegd, een wetgevingsvoorstel in.
10.
In het kader van haar evaluatie op grond van artikel 17 bis, lid 4, van Richtlijn 89/391/EEG beoordeelt de Commissie uiterlijk op 9 april 2029 de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan lood en de anorganische verbindingen daarvan. Indien passend dient de Commissie, rekening houdend met de meest recente wetenschappelijke ontwikkelingen en na het ACSH te hebben geraadpleegd, een wetgevingsvoorstel in tot wijziging van die grenswaarden.
11.
Uiterlijk op 9 april 2026 stelt de Commissie, na gedegen raadpleging van de relevante belanghebbenden, Unierichtsnoeren voor gezondheidstoezicht op, met inbegrip van biomonitoring. Die richtsnoeren omvatten advies over de uitvoering van de bepalingen inzake het bloedloodgehalte, waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat lood het lichaam slechts traag verlaat, alsook met de bijzondere bescherming die vrouwelijke werknemers in de vruchtbare leeftijd moet worden verleend.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 1907/2006van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).