NJB 2012/718
HR, 09-03-2012, nr. 10/04880
HR 09-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0471
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 maart 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk en C.E. Drion
- Zaaknummer
10/04880
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- LJN
BV0471
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV0471, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑03‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV0471, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑11‑2010
- Wetingang
Wet arbeid vreemdelingen (oud) art. 19g-j
Essentie
Verzet tegen dwangbevel. Kosten van invordering. Een bestuursorgaan legt bij twee boetebeschikkingen boeten op wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen. Tegen de boetebeschikkingen wordt bezwaar ingesteld. Hangende het bezwaar vaardigt het bestuursorgaan dwangbevelen uit met betrekking tot de boeten, vermeerderd met de kosten van invordering. Tegen de dwangbevelen wordt verzet ingesteld.
Hangende de verzetprocedure wordt het bezwaar tegen de boetebeschikkingen gegrond verklaard en worden de boeten alsnog op nihil gesteld. In de verzetprocedure betoogt de staat dat de kosten van invordering niettemin verschuldigd zijn gebleven. HR: Indien is vastgesteld dat de boete ten onrechte is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.