RI 2019/14
R-C heeft de vrijheid op verzoeken van gefailleerde te beschikken op de wijze die hem juist voorkomt. Op overschrijding van wettelijke termijn van drie dagen staat geen sanctie.
Rb. Oost-Brabant 12-12-2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:6148
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
12 december 2018
- Magistraten
Mr. M.G.A. Poelman
- Zaaknummer
C/01/260045 / FT RK 13/363
C/01/13/376 F
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS19064:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBOBR:2018:6148, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 12‑12‑2018
ECLI:NL:RBOBR:2018:3235, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 04‑07‑2018
ECLI:NL:RBOBR:2014:485, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 31‑01‑2014
ECLI:NL:RBOBR:2013:4282, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 28‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
Recht op bescherming persoonlijke levenssfeer. Recht op fair trial.
De rechter-commissaris heeft de vrijheid op verzoeken van gefailleerde te beschikken op de wijze waarop hem dat juist voorkomt. Op de overschrijding van de wettelijke termijn van drie dagen staat geen sanctie.
Samenvatting
In drie faxberichten van 6 juli 2018 neemt de rechter-commissaris in het faillissement van X drie beschikkingen, over resp. inzage administratie, urenverantwoording en inlichtingenplicht. In de eerste reageert de R-C op een verzoek van X van 3 juni 2017 (!) tot het afgeven van een bevel aan de curatoren 'tot praktische afspraken voor de inzage te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.