NJB 2020/1818
Vervolg op HR 8 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2269 en HvJ EU 6 februari 2019, ECLI:EU:C:2019:96. Internationale bevoegdheid. Erfolgsort. Een deurwaarder neemt ruim een half miljoen euro in contanten op van een bankrekening die hij in België aanhoudt ten behoeve van zijn deurwaarderskantoor. Hij wordt failliet verklaard. De curator stelt een vordering in tegen de bank in België. Hoge Raad: Het nadeel dat de gezamenlijke schuldeisers hebben geleden, bestaat erin dat het tegoed op de bankrekening in België als verhaalsobject is verdwenen. Daaruit volgt dat het ‘Erfolgsort’ is gelegen in België
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juli 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02741
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
EU-recht / Instituties
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1223, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:214, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑03‑2020
ECLI:NL:HR:2017:2269, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:427, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑05‑2016
- Wetingang
Essentie
Vervolg op HR 8 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2269 en HvJ EU 6 februari 2019, ECLI:EU:C:2019:96. Internationale bevoegdheid. Erfolgsort. Een deurwaarder neemt ruim een half miljoen euro in contanten op van een bankrekening die hij in België aanhoudt ten behoeve van zijn deurwaarderskantoor. Hij wordt failliet verklaard. De curator stelt een vordering in tegen de bank in België. Hoge Raad: Het nadeel dat de gezamenlijke schuldeisers hebben geleden, bestaat erin dat het tegoed op de bankrekening in België als verhaalsobject is verdwenen. Daaruit volgt dat het ‘Erfolgsort’ is gelegen in België
Partij(en)
R.J.M.C. Rosbeek q.q., curator ...