NJF 2021/72
Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over informatieverplichtingen handelaar bij (koop)overeenkomst op elektronische wijze.
Rb. Noord-Nederland 24-11-2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:4152
- Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
- Datum
24 november 2020
- Magistraten
Mr. M.E. van Rossum
- Zaaknummer
8716635 / CV EXPL 20-5415
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNNE:2022:4182, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 25‑10‑2022
ECLI:NL:RBNNE:2022:4180, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 26‑07‑2022
ECLI:NL:RBNNE:2022:1593, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 29‑03‑2022
ECLI:NL:RBNNE:2022:551, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 01‑03‑2022
ECLI:NL:RBNNE:2020:4152, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 24‑11‑2020
ECLI:NL:RBNNE:2020:3353, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 29‑09‑2020
- Wetingang
Art. 6:230m, 6:230v BW; art. 392 Rv
Essentie
Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over informatieverplichtingen handelaar bij (koop)overeenkomst op elektronische wijze.
Samenvatting
De kantonrechter stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over de (pre)contractuele informatieverplichtingen die de verkoper heeft bij een (koop)overeenkomst die op elektronische wijze wordt gesloten met een consument. De vragen gaan onder meer over het al dan niet ambtshalve vernietigen van een dergelijke overeenkomst als de handelaar niet (volledig) voldaan heeft aan zijn informatieverplichtingen uit art. 6:230m en 6:230v BW en of daarbij moet worden beoordeeld en meegewogen of de consument door het ontbreken van juiste informatie is misleid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.