Rb. Gelderland, 26-08-2014, nr. AWB 13/6966
ECLI:NL:RBGEL:2014:5330, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
26-08-2014
- Zaaknummer
AWB 13/6966
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2014:5330, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 26‑08‑2014; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2015:5096, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Vindplaatsen
Uitspraak 26‑08‑2014
Inhoudsindicatie
Rechtbank Gelderland is van oordeel dat een stichting die een nieuwsblad uitgeeft een ANBI is. In haar statutaire doelstelling en bij haar feitelijke werkzaamheden staat het verkondigen van de blijde boodschap van Jezus Christus voorop en niet het tegen betaling beschikbaar stellen van een nieuwsblad.
Partij(en)
RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummer: AWB 13/6966
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 26 augustus 2014
in de zaak tussen
Stichting [X], te [Z], eiseres,
(gemachtigde: drs. [gemachtigde]),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Bosch, verweerder.
Procesverloop
Eiseres heeft op 28 februari 2013 een aanvraag ingediend om als algemeen nut beogende instelling (ANBI) te worden aangemerkt.
Op dit verzoek is negatief beslist bij beschikking van 15 juli 2013.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 23 september 2013 de beschikking gehandhaafd en eiseres niet aangemerkt als een ANBI.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 31 oktober 2013 beroep ingesteld. Zij heeft het beroepschrift gezonden naar de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda. Het beroepschrift is op 31 oktober 2013 ontvangen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het beroepschrift doorgezonden naar de rechtbank Gelderland, waar het op 5 november 2013 is ontvangen.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna verweerder schriftelijk heeft gedupliceerd.
Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juli 2014. Namens eiseres is daar verschenen haar gemachtigde en drs. [A], beiden verbonden aan [B] te [Q], tot bijstand vergezeld van [C] (directeur), pastoor [D] (bestuurder), [E] (hoofdredacteur) en ir. [F] (bestuursvoorzitter). Namens verweerder is verschenen [gemachtigde], tot bijstand vergezeld van mr. [G] en [H].
Het beroep van eiseres is met toestemming van partijen ter zitting gelijktijdig behandeld met het beroep van [I] Stichting (AWB 13/6987).
Partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan elkaar.
Het proces-verbaal van de zitting is aan deze uitspraak gehecht.
Overwegingen
Feiten
1.
Eiseres is opgericht op [1983].
2.
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de (op 12 september 2013 voor het laatst herziene) statuten heeft eiseres ten doel het uitgeven van een nieuwsblad en het bevorderen van andere publiciteit ten dienste van het verkondigen van de blijde boodschap van Jezus Christus, zoals deze door de Katholieke Kerk wordt overgeleverd. Eiseres draagt er zorg voor dat bij al haar eigen en bij al de door haar bevorderde werkzaamheden de richtlijnen van de Katholieke Kerk, in het bijzonder die neergelegd in het decreet Inter Mirifica van het Tweede Vaticaans Oecumenische Concilie, in acht worden genomen.
3.
Ingevolge artikel 2, derde lid, van de statuten tracht eiseres haar doel onder meer te verwezenlijken door:
a. a) het vervaardigen, doen vervaardigen, uitgeven, verkopen en anderszins verspreiden van boeken, tijdschriften, brochures, geluidsdragers en audiovisuele geluidsdragers overeenkomstig de doelstelling van de stichting;
b) alle andere middelen die voor de verwerkelijking van haar doelstellingen dienstig kunnen zijn.
4.
Eiseres geeft een weekblad uit met de naam ‘[J]’ (hierna: [J]). Het [J] kan tegen betaling worden verkregen door (proef-)abonnementhouders en is gratis verkrijgbaar voor missionarissen en kloosterlingen. Tevens worden gratis exemplaren ter beschikking gesteld aan kerkparochies. Daarnaast zijn gedeelten van het [J] gratis terug te vinden op de website van eiseres. In 2013 hebben per maand 75.000 bezoekers de website bekeken.
5.
Voor betalende abonnementhouders bedraagt de prijs voor het [J] in 2013 op jaarbasis € 118,50 en in 2014 € 120,95. Per 31 december 2011 bedroeg het aantal abonnementen 8.959 en per 31 december 2012, 8.314. De abonnementsprijs is niet kostendekkend. Eiseres heeft sinds haar oprichting ieder jaar verlies geleden met de door haar ontplooide activiteiten.
6.
Over de redactionele inhoud is op 10 januari 1986 een notitie opgesteld door de toenmalige directeur. Hierin is onder meer het volgende vermeld:
‘(…) Het [J] is namelijk geen gewone krant. (…) Onze krant kan namelijk niet zoals andere kranten ver in discussie gaan over allerlei zaken van godsdienstige aard. De krant namelijk, vertelt het verhaal van Christus. Geloof en krant zijn in de grond dan ook onverenigbaar. Zij het dat een katholieke krant wel informatie over geloofsbeleving kan geven. En dit gat in de markt vult het [J]. Het [J] verkoopt geloof. Daarbij bevinden we ons niet op een kopersmarkt, noch op een concurrentiemarkt, maar op een geloofsmarkt. Een geloofsmarkt die in forse crisis zit, zo niet een chaos is. Op deze markt proberen we ons redactionele produkt af te stemmen (…)
De crisis in de katholieke kerk van Nederland is mijns inziens zo groot dat het op de eerste plaats onze taak is de grote waarden en rijkdommen van ons geloof uit te dragen. Dit is de kracht van onze krant en tegelijkertijd de zwakte ten aanzien van de oplage-ontwikkeling. (…)
Onze journalisten schrijven met een flink stuk innerlijke vrijheid en openheid van geest. (…) Ieder werkt in navolging van Christus. (…)’
7.
In 2004 is het document ‘Principiële uitgangspunten 2004’ opgesteld waarin onder meer het volgende is vermeld:
‘(…)
6.
DOEL
6.1.
Algemeen
[J] wil kerkelijk nieuws en opinie brengen uit de wereldkerk en uit eigen land, en niet-kerkelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen in binnen- en buitenland belichten vanuit een katholiek perspectief.
6.2.
In meer detail
[J] tracht zijn lezers objectief te informeren over actuele kerkelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, met name de inhoud van kerkelijke documenten en uitspraken voor hen toegankelijk maken, inclusief de argumenten die eraan ten grondslag liggen.
[J] tracht zijn lezers de gelegenheid te bieden hun opinie te vormen ten aanzien van actuele kerkelijke en maatschappelijke kwesties, door deze te duiden in het licht van de kerkelijke overlevering en de christelijke beschaving.
[J] tracht zijn lezers te bemoedigen door proportioneel veel aandacht voor relevante positieve elementen en ontwikkelingen binnen en buiten de Kerk en door in te gaan op de vragen van de zoekende en op veel vlakken beproefde gelovige.
[J] tracht in inhoud en vormgeving een eigentijdse christelijke levensstijl uit te stralen die geloof en leven verbindt in een breed scala van kerkelijke, maatschappelijke en culturele expressies daarvan.
7.
THEMA’S
Prioriteiten dienen per jaar te worden geformuleerd.
7.1.
Kerkelijk
Kerkelijk zijn voor [J] twee belangrijke lijnen te onderscheiden.
- a.
De eerste lijn van een inhoudelijk gezonde, missionair levende kerkgemeenschap. Het geestelijk programma van Johannes Paulus II, ‘Tertio millennio ineunte’, kan daarbij dienen als uitdaging en leidraad.
- b.
De tweede lijn is de manier waarop die Kerk concreet gestalte krijgt in binnen- en in buitenland, in grote en kleine initiatieven, gebeurtenissen en ontwikkelingen, in inspirerende personen dichtbij en veraf. [J] laat zien dat de katholieke Kerk op veel plaatsen in de wereld vitaal is, bloeit, geestelijk en maatschappelijk veel vruchten voortbrengt, ook waar zij lijdt onder vervolging.
Laat zien dat de Kerk in Nederland, in West-Europa, qua ontwikkeling een uitzondering is en kan profiteren van geestelijk meer welvarende delen. Waar nodig geeft [J] in alle eerlijkheid, zonder verdoezelen, aan waar specifieke barrières de weg naar een gezonde Kerk in de weg staan.
7.2.
Maatschappelijk
Maatschappelijk zijn in nieuws en opinie die thema’s van belang die te maken hebben met wat Johannes Paulus II bestempelt als ‘de Cultuur van het Leven’ tegenover ‘de cultuur van de dood’: huwelijk en gezin, seksualiteit en medisch-ethische pro-life zaken. Daarnaast zijn er de grote invloeden op de vorming van (jonge) mensen: onderwijs, kunst en cultuur (inclusief media).
Daarnaast moet er aandacht zijn voor specifieke (andere) maatschappelijke actualiteit: integratie (met speciale aandacht voor de relatie christendom-islam); waarden en normen; vrijheid van onderwijs, van meningsuiting en godsdienst, politiek en democratie; onrecht, armoede en uitsluiting op micro en macro vlak; natuur en milieu; internationale relaties binnen Europa, tussen rijk en arm, tussen het Westen en het (nieuwe) Oosten; oorlog en vrede.’
8.
In het in februari 2013 opgestelde beleidsplan van eiseres voor 2013-2015 zijn de volgende werkzaamheden en activiteiten beschreven:
- -
de website;
- -
lezingen, presentaties, interviews in tijdschriften en symposia om het Geloof te verkondigen;
- -
uitgaven van boeken, publicaties, dvd’s en andere informatiedragers;
- -
het wekelijks uitgeven van het [J];
- -
ondersteunen van specifieke groepen katholieken;
- -
landelijke en internationale manifestaties;
- -
fondsenwerving;
- -
overige uitgevers activiteiten ([K]).
9.
Tijdens het hoorgesprek op 23 augustus 2013 heeft de huidige directeur onder meer het volgende opgemerkt:
‘(…)
- -
(…) Het nieuwsblad dient juist Rooms Katholieke onderwerpen aan te snijden, dan wel onderwerpen vanuit het Rooms Katholieke geloof te benaderen.
- -
Bisdommen doen steeds minder aan communicatie zoals het uitgeven van bisdombladen vanwege bezuinigingen. Stichting [X] draagt er zorg voor dat bisschoppen nog aan het woord komen voor informatie en geloofszaken die door andere – meer seculiere – informatiedragers als niet interessant beschouwd worden.
(…)’
10.
Twee bisschoppen hebben ieder een brief gestuurd aan het bestuur van eiseres, naar aanleiding van geluiden dat het voortbestaan van het [J] in gevaar zou zijn. In de eerste brief is onder meer het volgende vermeld:
‘(…) Het [J] is begonnen als een initiatief van een groep katholieken, niet om op enigerlei wijze commercieel gewin na te streven, maar als een leken-initiatief en in de geest van het tweede Vaticaans concilie. (…) Toen het [J] begon waren de katholieke gelovigen in belangrijke mate van deze nieuwsbron afhankelijk om betrouwbaar nieuws en achtergronden over de katholieke kerk, de paus en katholiek leven te vernemen en tegelijk hun geloof door informatieve en inspirerende artikelen te verdiepen, informatie die andere, commercieel erkende media niet konden bieden. Later is daar de digitale voorziening van katholieke informatie en geloofsverdieping bij gekomen.
Het [J] vervult daardoor al vele jaren een belangrijke apostolische taak binnen de katholieke geloofsgemeenschap en heeft veel mensen geholpen hun katholiek geloof te kunnen beleven of dat geloof te leren kennen. (…)’
en in de tweede brief:
‘(…) Het [J] is onafhankelijk en geeft opinie, nieuws, commentaren op vele aspecten van kerk en maatschappij. In het bijzonder waardeer ik het dat het [J] er vaak in slaagt om daarin het midden te bewaren en de volle breedte van het katholiek nieuws tot zijn recht te laten komen. De bijdragen bestaan niet uit gewoon nieuws en opinies, maar uit berichtgeving die van wezenlijk belang is voor alle katholieken, voor hun geloof en voor de Kerk. Het voorziet daarmee in een duidelijke behoefte nu er geen andere landelijke media meer zijn die op deze wijze aan katholieke berichtgeving doen. (…)’
11.
Voor de financiering van haar activiteiten wordt eiseres ondersteund door [I] Stichting, gevestigd te [R] (hierna: de Stichting). De Stichting is opgericht op [1981] en heeft ten doel de verbreiding en verdediging van de officiële Rooms-Katholieke geloofs- en zedenleer. De Stichting tracht dit doel onder meer te verwezenlijken door het steunen van respectievelijk deelnemen in daartoe geëigende publiciteitsorganen.
12.
Sinds de oprichting van eiseres heeft de Stichting een groot deel van haar geldmiddelen, die zij verkrijgt uit fondsen, subsidies, schenkingen, erfstellingen en andere verkrijgingen, besteed ten behoeve van eiseres. In 2007 heeft eiseres een bijdrage van € 150.000 van de Stichting verkregen. Met ingang van 2008 is deze bijdrage € 175.000. In 2010 heeft de Stichting € 202.000 bijgedragen en in 2011 € 225.000. De Stichting heeft tevens gratis abonnementen op het [J] verstrekt aan personen die dit niet kunnen betalen en zorgt middels incidentele giften voor de dekking van de exploitatietekorten van eiseres.
13.
Op 11 december 2012 heeft bij de Stichting een onderzoek “Algemeen Nut Beogende Instellingen” plaatsgevonden, waarvan op 12 december 2012 een rapport is opgemaakt. In het rapport is onder meer het volgende vermeld:
‘(…)
4.8.
Conclusie onderzoek
Op basis van de verstrekte informatie ben ik tot de conclusie gekomen, dat de anbi-status van de stichting niet kan worden voortgezet. [I] Stichting is een zogeheten steunstichting. Een steunstichting kan alleen aangemerkt worden als algemeen nut beogende instelling als de ondersteunde instelling ook aangemerkt is als algemeen nut beogende instelling. Het [J] is bij mij niet bekend als algemeen nut beogende instelling. [I] Stichting kan daarom ook niet aangemerkt zijn als een ANBI.
Het bestuur is geschrokken van de bovenstaande constatering en heeft verzocht de intrekking later te doen laten ingaan omdat er al drukwerk voor verzending klaar is die melding maakt van de ANBI aanwijzing. Om diverse redenen zal ik dit verzoek volgen door de ANBI aanwijzing pas per 1 maart 2013 te doen laten plaatsvinden.
(…)’
14.
Bij beschikking van 26 maart 2013 heeft verweerder de Stichting vanaf 1 maart 2013 niet meer aangemerkt als een ANBI. Dit omdat de Stichting voor meer dan 90% financiële ondersteuning geeft aan een niet-ANBI.
15.
Eiseres heeft op 28 februari 2013 verzocht aangemerkt te worden als ANBI op welk verzoek op 15 juli 2013 negatief is beslist.
Geschil
16.
In geschil is of verweerder eiseres terecht niet heeft aangemerkt als ANBI.
17.
Eiseres stelt zich op het standpunt dat in haar statutaire doelstelling en bij haar feitelijke werkzaamheden de verkondiging van de blijde boodschap van Jezus Christus (het Evangelie) voorop staat en dat zij daarmee het algemeen nut dient. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres zich gelet op haar statutaire doelstelling en feitelijke werkzaamheden primair bezighoudt met het tegen betaling beschikbaar stellen van een nieuwsblad waarmee volgens verweerder niet het algemeen nut wordt gediend.
Beoordeling van het geschil
18.
In artikel 5b, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) is, voor zover hier van belang, vermeld dat een algemeen nut beogende instelling is een instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt. Dit moet blijken uit de regelgeving en de feitelijke werkzaamheden (zie artikel 1a, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen). In het derde lid van artikel 5b van de AWR is bepaald dat als algemeen nut in de zin van dit artikel onder meer wordt beschouwd religie, levensbeschouwing en spiritualiteit.
19.
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat met de invoering van voormelde wettelijke bepalingen geen wijziging van de inhoud van het ANBI-begrip is beoogd. De in de jurisprudentie ontwikkelde eis dat uit de regelgeving en de feitelijke werkzaamheden moet blijken dat de instelling het algemeen nut dient is nu wettelijk vastgelegd. Wel is het sinds de invoering van voormelde wettelijke bepalingen niet langer voldoende dat de instelling met de door haar verrichte werkzaamheden het algemene belang ten minste in gelijke mate als het particuliere belang dient, maar moet de instelling uitsluitend of nagenoeg uitsluitend – dit is voor meer dan 90 percent - het algemeen nut beogen. Tevens is nader uitgewerkt wat als algemeen nut in de zin van artikel 5b, van de AWR, wordt beschouwd. Met inachtneming van deze wijzigingen is bij de beoordeling of sprake is van een ANBI nog steeds de jurisprudentie van voor de invoering van deze bepalingen van belang.
20.
De bewijslast voor de feiten en omstandigheden die tot het oordeel kunnen leiden dat eiseres voldoet aan de voorwaarden om als ANBI te kunnen worden aangemerkt, rust op eiseres. Eiseres dient aannemelijk te maken dat zij zowel statutair als feitelijk voor meer dan 90 percent het algemeen nut dient (vgl. HR 22 juni 2012, nr. 11/03215, ECLI:NL:HR:2012:BW9055 en HR 13 januari 2012, nr. 10/03464, ECLI:NL:HR:2012:BQ0525). De rechtbank is van oordeel dat eiseres in haar bewijslast is geslaagd. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
21.
De rechtbank stelt voorop dat het stimuleren en uitdragen van een bepaalde geloofsleer, in dit geval het katholieke geloof, het algemeen nut kan dienen. Dit kan ook door middel van het uitgeven van een blad. Verweerder heeft dit ter zitting ook erkend.
22.
Verweerder stelt zich echter op het standpunt dat reeds omdat in de statuten in de doelomschrijving als eerste is vermeld ‘het uitgeven van een nieuwsblad’ en pas daarna ‘het verkondigen van de blijde boodschap van Jezus Christus’, eiseres het algemeen nut niet kan dienen. Gelet op deze doelomschrijving staat het uitgeven van een nieuwsblad voorop, aldus verweerder. Dit zou in de visie van verweerder anders zijn geweest als in de doelomschrijving was begonnen met ‘het verkondigen van de blijde boodschap van Jezus Christus’.
23.
De rechtbank deelt dit standpunt niet. Er staat immers vermeld dat het uitgeven van een nieuwsblad (en het bevorderen van andere publiciteit) ten dienste staat van het verkondigen van de blijde boodschap van Jezus Christus, zoals deze door de Katholieke Kerk wordt overgeleverd. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat het verkondigen van de blijde boodschap van Jezus Christus (het Evangelie) voorop staat. Het uitgeven van een nieuwsblad is het middel om dit doel te verwezenlijken. Naar het oordeel van de rechtbank dient de doelstelling als verwoord in artikel 2 van de statuten van eiseres het algemeen nut als bedoeld in het derde lid van artikel 5b van de AWR (religie, levensbeschouwing en spiritualiteit).
24.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of eiseres met de manier waarop zij haar doel tracht te verwezenlijken, de feitelijke werkzaamheden van eiseres, het algemeen nut dient.
25.
Het overgrote deel van de werkzaamheden van eiseres houdt verband met het uitgeven van het [J]. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat, gelet op de inhoud van het [J], geen sprake is van het verkondigen van de blijde boodschap van Jezus Christus. Als gevolg hiervan dient eiseres met het uitgeven van het [J] volgens verweerder niet het algemeen nut.
26.
Eiseres heeft gesteld dat verweerder dit standpunt tijdens het hoorgesprek reeds ondubbelzinnig heeft prijsgegeven. Verweerder heeft dit gemotiveerd weersproken. In het verslag van het hoorgesprek, de aanvulling van eiseres op dit verslag en de uitspraak op bezwaar zijn geen aanknopingspunten te vinden ter onderbouwing van de stelling van eiseres dat verweerder dit standpunt ondubbelzinnig heeft prijsgegeven. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat eiseres haar stelling niet aannemelijk heeft gemaakt.
27.
Tot de gedingstukken behoort een aantal exemplaren van het [J]. De rechtbank stelt vast dat daarin de uitgangspunten zoals neergelegd in het document ‘Principiële uitgangspunten 2004’ terugkomen. Het [J] bevat kerkelijk nieuws en maatschappelijk nieuws dat wordt besproken vanuit een katholiek perspectief, zoals de geloofsbeleving van deelnemers aan het programma ‘boer zoekt vrouw’, de acties van religieuzen tijdens het WK voetbal in Brazilië en de herdenking van D-Day vanuit het oogpunt van de leger-aalmoezeniers. Ter zitting heeft eiseres nog nader toegelicht wat het bevorderen en verkondigen van het katholieke geloof precies inhoudt. Eiseres heeft aangegeven dat ook leken binnen de Katholieke Kerk een eigen taak hebben tot de verkondiging van het geloof, dat geloofsverkondiging vele vormen kent en geloofsverkondiging onmogelijk los te zien is van de breedte van het dagelijks leven. De rechtbank heeft geen aanleiding aan de juistheid van deze toelichting te twijfelen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat eiseres met haar werkzaamheden die verband houden met het uitgeven van het [J], in een zo breed mogelijke zin aandacht besteedt aan het verkondigen van de blijde boodschap van Jezus Christus. Hiermee wordt het algemeen nut als bedoeld in het derde lid van artikel 5b van de AWR (religie, levensbeschouwing en spiritualiteit) ook feitelijk gediend. De rechtbank heeft daarbij tevens belang gehecht aan de verklaring van de twee bisschoppen, waarin is ingegaan op de rol van het [J] binnen de katholieke geloofsgemeenschap, de notitie van de toenmalige directeur van 10 januari 1986 en de opmerkingen van de huidige directeur tijdens het hoorgesprek op 23 augustus 2013.
28.
De omstandigheid dat eiseres met de uitgave van het [J] tevens in de particuliere belangen van de lezers voorziet, doet hieraan niet af. Dit is het gevolg van de algemeen nuttige activiteiten van eiseres. Ook is niet van belang dat er lezers van het [J] zijn die abonnementsgeld betalen. Het betalen van een vergoeding hoeft niet in de weg te staan aan het dienen van het algemeen nut. In dit geval is daarvan al helemaal geen sprake aangezien deze vergoeding niet kostendekkend is; de inkomsten uit de abonnementsgelden worden aangewend om het [J] te kunnen blijven uitgeven en om gratis exemplaren van het [J] te kunnen verstrekken. Tevens wordt hiervan de website onderhouden waarop een gedeelte van het [J] gratis voor iedereen raadpleegbaar is.
29.
In het beleidsplan van eiseres voor 2013-2015 staat nog een aantal andere werkzaamheden en activiteiten genoemd. Dit betreft een klein deel van de werkzaamheden en activiteiten van eiseres waarbij het deels ook nog gaat om werkzaamheden en activiteiten waaraan eiseres nog geen invulling heeft gegeven. Ook deze (toekomstige) werkzaamheden liggen echter in het verlengde van de statutaire doelstelling, zodat ook hiermee het algemeen nut wordt gediend.
30.
Nu eiseres zowel met haar statutaire doelstelling als met haar feitelijke werkzaamheden primair het algemeen nut dient en niet in geschil is dat eiseres aan de overige voorwaarden om als ANBI te kunnen worden aangemerkt heeft voldaan, zal de rechtbank eiseres vanaf 28 februari 2013 aanmerken als een ANBI.
31.
Gelet op het voorgaande dient het beroep gegrond te worden verklaard.
32.
De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het bezwaar en het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Eiseres heeft verzocht om vergoeding van de integrale proceskosten. Van een zeer onzorgvuldig en tegen beter weten in handelen is naar het oordeel van de rechtbank, anders dan eiseres stelt, geen sprake. Partijen verschillen – kort samengevat - van mening over de vraag of bij eiseres het uitgeven van een nieuwsblad voorop staat of de verkondiging van de blijde boodschap van Jezus Christus. Beide partijen dragen daarvoor verschillende argumenten aan en verwijzen naar de in hun visie van belang zijnde jurisprudentie. De rechtelijke procedure is er vervolgens voor om dit geschil te beslechten. Dit rechtvaardigt geen integrale proceskostenvergoeding. Ook van andere bijzondere omstandigheden die aanleiding kunnen zijn om van het forfaitaire tarief van het Besluit proceskosten bestuursrecht (het Besluit) af te wijken is de rechtbank niet gebleken.
33.
De rechtbank heeft de kosten op de voet van het Besluit voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.703,50 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting met een waarde per punt € 243, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 0,5 punt voor het indienen van een conclusie van repliek, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 487 en een wegingsfactor 1). Van overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten is de rechtbank niet gebleken.
Beslissing
De rechtbank:
- -
verklaart het beroep gegrond;
- -
vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- -
herroept de beschikking van 15 juli 2013;
- -
merkt eiseres vanaf 28 februari 2013 aan als algemeen nut beogende instelling in de zin van artikel 5b, eerste lid, onderdeel a, van de AWR en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- -
veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 1.703,50;
- -
gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 318 vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C.G.J. van Well, voorzitter, mr.drs. L.B.M. Klein Tank en mr. J.M.W. van de Sande, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.A. Aalbersberg, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 26 augustus 2014
griffier
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.