O&A 2015/4
Wegbeheerdersaansprakelijk, bewijslastverdeling, financiële kaders
HR 04-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:831, m.nt. Mr. drs. J.J. van der Helm
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 april 2014
- Magistraten
mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
13/02846
- Noot
Mr. drs. J.J. van der Helm
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920245:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:831, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:16, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2013
Essentie
Wegbeheerdersaansprakelijk, bewijslastverdeling, financiële kaders
Samenvatting
In zijn arrest van 4 april 2014 bevestigt de Hoge Raad dat de aansprakelijkheid van de wegbeheerder op de voet van het bepaalde in artikel 6:174 lid 1 BW dient te worden beoordeeld aan de hand van de maatstaven die zijn ontwikkeld in het Wilnis-arrest van 17 december 2010 (NJ 2012/155, m.nt. T. Hartlief). De stelplicht en bewijslast met betrekking tot de feiten en omstandigheden die ten grondslag worden gelegd aan een op artikel 6:174 lid 1 BW gebaseerde vordering, rusten in beginsel op het slachtoffer. Wanneer het aangesproken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.