Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake Partnerschap en Samenwerking waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds
Artikel 52
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1997
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2015, 10).
- Bronpublicatie:
24-06-1994, Trb. 1994, 268 (uitgifte: 12-12-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-1998, Trb. 1998, 66 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Partijen verbinden zich ertoe machtiging te verlenen tot alle betaalverrichtingen op de lopende rekening van de betalingsbalans in vrij convertibele valuta tussen inwoners van de Gemeenschap en van Rusland voor zover deze verrichtingen betrekking hebben op het verkeer van goederen, diensten of personen in overeenstemming met de bepalingen van deze Overeenkomst.
2.
Het vrije kapitaalverkeer tussen inwoners van de Gemeenschap en van Rusland in de vorm van directe investeringen in vennootschappen die in overeenstemming met de wetten van het gastland zijn opgericht, en directe investeringen in overeenstemming met hoofdstuk II van titel IV, alsook de overmaking naar het buitenland van deze investeringen met inbegrip van alle compensatie-uitkeringen naar aanleiding van maatregelen zoals bijvoorbeeld onteigeningsbesluiten, nationalisatie of maatregelen van gelijke strekking, en van alle opbrengsten daarvan, worden gegarandeerd.
3.
Het bepaalde in lid 2 belet Rusland niet beperkingen op te leggen op directe investeringen in het buitenland door inwoners van Rusland. Vijf jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst plegen de Partijen, met inachtneming van alle relevante monetaire, fiscale en financiële overwegingen, overleg over het in stand houden van deze beperkingen.
4.
De kapitaalovermakingen waarop lid 2 betrekking heeft, hebben plaats tegen dezelfde wisselkoersvoorwaarden als die voor de lopende transacties.
5.
Onverminderd de leden 6 en 7 stellen de Partijen, na het verstrijken van een overgangsperiode van 5 jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, geen nieuwe beperkingen in op het kapitaalverkeer en de daarmee verband houdende lopende betalingen tussen inwoners van de Gemeenschap en van Rusland, en stellen zij geen meer restrictieve regelingen dan de bestaande vast. De invoering van beperkingen in de loop van de overgangsperiode bedoeld in de eerste zin van dit lid, laat evenwel de rechten en verplichtingen van de Partijen op grond van de leden 2, 3, 4 en 9 van dit artikel onverlet.
6.
Nadat het in lid 5 bedoelde verbod van kracht is geworden en onverminderd de leden 1 en 2 kunnen de Gemeenschap en Rusland in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer kapitaalverkeer tussen inwoners van de Gemeenschap en van Rusland oorzaak is of dreigt te zijn van ernstige moeilijkheden voor de toepassing van het wisselkoersbeleid of het monetaire beleid in de Gemeenschap of in Rusland, elk voor zich vrijwaringsmaatregelen nemen met betrekking tot het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en Rusland voor een periode van niet meer dan zes maanden, indien het volstrekt nodig is dergelijke maatregelen te nemen.
7.
In het kader van dit artikel kan Rusland, in afwachting van een volledige convertibiliteit van de munteenheid van Rusland in de zin van artikel VIII van de Overeenkomst betreffende het Internationaal Monetair Fonds (IMF), deviezenbeperkingen in verband met het verlenen of opnemen van financieel krediet op korte en middellange termijn toepassen, voor zover deze beperkingen aan Rusland voor het verlenen van dergelijke kredieten worden opgelegd en op grond van de IMF-status van Rusland zijn toegestaan.
Rusland past deze beperkingen op niet-discriminerende wijze toe. Zij dienen zodanig te worden toegepast dat zij de uitvoering van deze Overeenkomst zo weinig mogelijk verstoren. Rusland doet aan de Samenwerkingsraad onverwijld mededeling van de invoering en van alle wijzigingen van dergelijke maatregelen.
8.
De Partijen plegen overleg met het oog op de vergemakkelijking van het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en Rusland ten einde de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst te bevorderen. De Partijen streven in het bijzonder de verdere liberalisering na van kapitaalverkeer dat betrekking heeft op portefeuillebeleggingen en handelskrediet, en kapitaalverkeer dat betrekking heeft op financiële leningen en krediet van inwoners van de Gemeenschap aan inwoners van Rusland. De Samenwerkingsraad doet binnen de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de daarmee verband houdende aanbevelingen.
9.
De Partijen verlenen elkaar met betrekking tot de vrijheid van de lopende betalingen en kapitaalverrichtingen en met betrekking tot de betaalmethoden een meestbegunstigingsbehandeling.