NJ 2014/75
Witwassen; slechts nadere motivering vereist indien voorwerp afkomstig is uit door verdachte zelf begaan misdrijf.
HR 17-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:2001, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 december 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/03798
- Conclusie
wnd. A-G mr. N. Jörg
- Noot
M.J. Borgers
- JCDI
JCDI:ADS97020:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:2001, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1958, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2012
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
Witwassen. Wanneer het gaat om het verwerven of voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf, moet uit de motivering van het oordeel dat sprake is van (schuld)witwassen kunnen worden afgeleid dat de verdachte het voorwerp niet slechts heeft verworven of voorhanden heeft gehad, maar dat zijn gedragingen ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp. Nu niet is aangevoerd dat het bij de verdachte aangetroffen geldbedrag afkomstig is uit eigen misdrijf, en dit evenmin rechtstreeks voortvloeit uit de gebezigde bewijsvoering, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.