V-N 2017/20.15
A-G adviseert Hoge Raad zo mogelijk art. 80a-arresten uitgebreider te motiveren
HR (A-G) 28-03-2017, ECLI:NL:PHR:2017:198, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
28 maart 2017
- Zaaknummer
16/03548
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926170:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1609, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑08‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:198, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑2017
- Wetingang
art. 8:119 Awb
Essentie
Advocaat-generaal Niessen bespreekt uitgebreid de achtergrond, totstandkoming en de fiscaalrechtelijke toepassing van art. 80a Wet RO. Hij geeft de Hoge Raad in overweging een inhoudelijk meer toegespitste standaardoverweging op te nemen in gevallen waarin dit mogelijk is zonder de beoogde efficiencyvoordelen van art. 80a Wet RO te verspelen.
Samenvatting
Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de IB/PVV opgelegd. Na bezwaar, beroep en hoger beroep heeft de Hoge Raad bij arrest van 18 april 2014 zijn klachten afgewezen met toepassing van art. 81 Wet RO. Belanghebbende heeft vervolgens om herziening van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.