NJB 2014/1639
Ondertoezichtstelling. Verzoek om benoeming van een deskundige. HR: Een voldoende concreet en terzake dienend verzoek tot toepassing van art. 810a lid 2 Rv, dat feiten en omstandigheden bevat die zich lenen voor een onderzoek door een deskundige, zal in beginsel moeten worden toegewezen indien de rechter geen feiten of omstandigheden aanwezig oordeelt op grond waarvan moet worden aangenomen dat toewijzing van het verzoek strijdig is met het belang van het kind
HR 05-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2632
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 september 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/06407
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2632, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:580, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑12‑2013
- Wetingang
(EVRM art. 6; Rv art. 810a lid 2)
Essentie
Ondertoezichtstelling. Verzoek om benoeming van een deskundige. HR: Een voldoende concreet en terzake dienend verzoek tot toepassing van art. 810a lid 2 Rv, dat feiten en omstandigheden bevat die zich lenen voor een onderzoek door een deskundige, zal in beginsel moeten worden toegewezen indien de rechter geen feiten of omstandigheden aanwezig oordeelt op grond waarvan moet worden aangenomen dat toewijzing van het verzoek strijdig is met het belang van het kind
Partij(en)
De moeder, adv. mr. H.J.W. Alt, vs. de Raad voor de Kinderbescherming, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesloop
De Raad voor de Kinderbescherming heeft in een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.