NJB 2020/587
Onrechtmatig onderzoek aan smartphone met het XRY-systeem, art. 359a Sv: herhaling en toepassing beoordelingskader HR 19 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY5321 en HR 30 maart 2004, ECLI:NL:HR:2004:AM2533. Het hof kon op grond van dit beoordelingskader oordelen dat aan het vormverzuim geen rechtsgevolgen behoeven te worden verbonden. De enkele omstandigheid dat een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte is gemaakt betekent immers nog niet dat bewijsuitsluiting noodzakelijk is als middel om toekomstige vergelijkbare vormverzuimen die onrechtmatige bewijsgaring tot gevolg hebben te voorkomen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 februari 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma en V. van den Brink
- Zaaknummer
18/02529
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:123, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1121, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑10‑2018
- Wetingang
(art. 359a Sv)
Essentie
Onrechtmatig onderzoek aan smartphone met het XRY-systeem, art. 359a Sv: herhaling en toepassing beoordelingskader HR 19 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY5321 en HR 30 maart 2004, ECLI:NL:HR:2004:AM2533. Het hof kon op grond van dit beoordelingskader oordelen dat aan het vormverzuim geen rechtsgevolgen behoeven te worden verbonden. De enkele omstandigheid dat een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte is gemaakt betekent immers nog niet dat bewijsuitsluiting noodzakelijk is als middel om toekomstige vergelijkbare vormverzuimen die onrechtmatige bewijsgaring tot gevolg hebben te voorkomen
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort ...