NJ 2019/42
‘Leider’ van een criminele organisatie als bedoeld in art. 140 lid 3 Sr.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/01863
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS124630:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2331, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1192, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑02‑2018
- Wetingang
Art. 140 Sr
Essentie
Zowel verdachte als zijn medeverdachte konden worden aangemerkt als ‘leider’ van een criminele organisatie, bestaande uit verdachte, de medeverdachte en een op initiatief van verdachte opgerichte rechtspersoon.
Samenvatting
Zowel verdachte als zijn medeverdachte konden worden aangemerkt als ‘leider’ van een criminele organisatie, bestaande uit verdachte, de medeverdachte en een op initiatief van verdachte opgerichte rechtspersoon, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van mensensmokkel, belastingfraude en gewoontewitwassen, nu ook andere personen dan verdachte en zijn medeverdachte werkzaam waren ten behoeve van de rechtspersoon en zij samen leiding gaven aan deze personen.
Partij(en)
Arrest op het beroep ...