V-N 2022/27.18
Hof heeft zich bij box 3-heffing terecht beperkt tot individuele bezwaar
HR 17-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:876, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 juni 2022
- Magistraten
Koopman, Wortel, Boerlage
- Zaaknummer
21/05122
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS652085:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:876, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑11‑2021
- Wetingang
art. 5.2 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat bij een zaak zoals die van X, die niet als massaal bezwaar is aangewezen, in cassatie alleen het oordeel inzake het individuele bezwaar kan worden onderzocht. Het hof heeft de rechtsvraag terecht niet behandeld.
Samenvatting
Het box 3-vermogen van X bestaat uit bank- en spaartegoeden (€ 210.430) en een onroerende zaak in Nederland (€ 268.000). Hierover is € 5133 aan vermogensrendementsheffing in box 3 verschuldigd. X is van mening dat sprake is van een buitensporige, onredelijke en onrechtvaardige last en de wijziging van box 3 per 1 januari 2017 de oneerlijkheid van de belastingheffing alleen maar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.