Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de internationale erkenning van rechten op luchtvaartuigen
Artikel III
Geldend
Geldend vanaf 17-09-1953
- Bronpublicatie:
19-06-1948, Trb. 1959, 152 (uitgifte: 19-10-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-09-1953
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-1948, Trb. 1959, 152 (uitgifte: 19-10-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Het adres van de dienst, belast met het houden van het register, wordt aangetekend op het bewijs van inschrijving in het nationaliteitsregister van elk luchtvaartuig.
2.
Een ieder kan zich door deze dienst doen afgeven voor eensluidend gewaarmerkte afschriften of uittreksels, die, behoudens tegenbewijs, het bewijs leveren van de inhoud van het register.
3.
Indien de wet van een Verdragsluitende Staat bepaalt, dat het deponeren van een stuk ter inschrijving gelijk staat met de inschrijving zelf, heeft dit deponeren met betrekking tot dit Verdrag dezelfde rechtsgevolgen als de inschrijving. In dit geval zullen maatregelen worden getroffen om te verzekeren, dat het publiek inzage van dit stuk kan krijgen.
4.
Redelijke rechten kunnen worden geheven voor alle verrichtingen van de dienst, belast met het houden van het register.