Vp-bulletin 2019/41
Inkomstenbelasting. Zelfde GBA-adres harde eis voor alleenstaande-ouderkorting.
HR 28-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:1049, m.nt. mw. S.G.M.J. Rebbens MSc. en J.M.P. Tobben MSc. LLM
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 2019
- Zaaknummer
17/04516
- Noot
mw. S.G.M.J. Rebbens MSc. en J.M.P. Tobben MSc. LLM
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS74300:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1049, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1413, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1511, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2017
Essentie
Inkomstenbelasting. Zelfde GBA-adres harde eis voor alleenstaande-ouderkorting.
Uitspraak
(Publicatiedatum op www.rechtspraak.nl: 28 juni 2019)
Inleiding
De alleenstaande-ouderkorting is een verhoging van de algemene heffingskorting. Een belastingplichtige had in 2013 op grond van artikel 8.15, eerste lid, aanhef en onderdeel b, Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) recht op de alleenstaande-ouderkorting, als hij in het kalenderjaar meer dan zes maanden:
- –
géén fiscaal partner heeft; en
- –
een huishouding voert met een kind dat hij in belangrijke mate onderhoudt en dat op hetzelfde woonadres staat ingeschreven; en
- –
deze huishouding voert met geen ander ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.