HR, 25-09-2015, nr. 14/06562
ECLI:NL:HR:2015:2797, Conclusie: Contrair
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25-09-2015
- Zaaknummer
14/06562
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2015:2797, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑09‑2015; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:996, Contrair
- Vindplaatsen
SEW 2015, afl. 12, p. 655
Uitspraak 25‑09‑2015
Partij(en)
25 september 2015
nr. 14/06562
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X-Y] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 21 november 2014, nr. BK‑13/01812, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 12/5825) betreffende een door belanghebbende op aangifte voldaan bedrag aan overdrachtsbelasting. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 18 juni 2015 geconcludeerd tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 26 mei 2015, nr. 14/02274, ECLI:NL:HR:2015:1332, NJ 2015/337).
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2015.