V-N 2023/9.20
Hoge Raad verwijst zaak over Unierechtelijk verdedigingsbeginsel in verband met ‘andere afloop’-criterium
HR 10-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:176, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 2023
- Magistraten
Feteris, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/00523
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS688951:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑02‑2023
ECLI:NL:HR:2023:176, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2023
- Wetingang
art. 36 IW 1990
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte niet is ingegaan op de stelling van de ontvanger dat het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel niet is geschonden. Volgens de ontvanger had de inbreng die X had kunnen leveren niet tot een andere afloop kunnen leiden.
Samenvatting
X wordt, als bestuurder van C bv, door de ontvanger aansprakelijk gesteld voor een onbetaald gebleven naheffingsaanslag BTW. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel is geschonden en vermindert het bedrag van de aansprakelijkstelling met € 60.895 (partiële vernietiging). Volgens het hof had X, als hij voorafgaand aan de aansprakelijkstellingsbeschikking door de ontvanger was gehoord, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.