JWB 2008/94
Arbeidsrecht, kennelijk onredelijk ontslag, redelijkheidstoets
HR 15-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2206 (Wüstlich/Chromalloy)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 februari 2008
- Zaaknummer
C06/273HR
- LJN
BC2206
- Roepnaam
Wüstlich/Chromalloy
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2206, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2206, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑10‑2006
- Wetingang
Art. 7:681 BW
Essentie
Arbeidsrecht, kennelijk onredelijk ontslag, redelijkheidstoets
Samenvatting
Casus
Werkgever (verweerster in cassatie) heeft de arbeidsovereenkomst met werknemer (eiser in cassatie) met toestemming van het CWI opgezegd. Bij het verzoek om toestemming van het CWI van werkgever is gestoeld op werknemers voortdurende arbeidsongeschiktheid voor zowel eigen als voor ander werk en diens negatieve reactie op een onder zijn aandacht gebrachte vacature voor de functie van magazijnmedewerker. Werknemer heeft de kantonrechter verzocht voor rechte verklaren dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Aan de vordering ligt ten grondslag dat de beëindiging van het dienstverband kennelijk onredelijk zou zijn omdat (a) aan het ontslag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.