NJ 2016/436
Partiële bewezenverklaring van het primair en partiële bewezenverklaring van het subsidiair; geen grondslagverlating.
HR 27-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2187
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 september 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.F. Faase, M.J. Borgers
- Zaaknummer
14/05920
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124227:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2187, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:792, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑11‑2015
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft zonder verlating van de grondslag van de tenlastelegging de primair tenlastegelegde zware mishandeling partieel bewezen kunnen verklaren doordat verdachte het slachtoffer een fles in diens gezicht heeft geduwd en partieel de subsidiair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling doordat verdachte tevens een fles op het achterhoofd van het slachtoffer (kapot) heeft geslagen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 11 november 2014, nummer 22/003556-11, in de strafzaak tegen: J. Adv.: mr. T. Arkesteijn, te Rotterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1; red.)