Vuurwapenwet BES
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 518 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
1.
Met het toezicht op de naleving van het bij en krachtens deze wet bepaalde zijn belast:
- a.
de bij artikel 184 van het Wetboek Strafvordering BES aangewezen ambtenaren;
- b.
de douaneambtenaren.
2.
De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn bevoegd alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, waar, naar zij redelijkerwijs kunnen vermoeden, in verband met de uitoefening van een bedrijf, vuurwapens of munitie aanwezig zijn, te betreden, voor zover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak met betrekking tot deze wet te betreden, voor zover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak met betrekking tot deze wet nodig is. Zij zijn bevoegd zich te doen vergezellen door personen die daartoe door hen zijn aangewezen, voor zover dit voor het doel van het betreden redelijkerwijs nodig is. Wordt hun de toegang geweigerd, dan verschaffen zij zich die desnoods met behulp van de sterke arm.
3.
De in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde ambtenaren hebben te allen tijde toegang tot alle plaatsen, waar, naar zij redelijkerwijze kunnen vermoeden, vuurwapenen of munitie aanwezig zijn, en kunnen op die plaatsen ter inbeslagneming huiszoeking doen. Is de plaats een woning, tevens een woning of alleen door een woning toegankelijk, dan treden zij deze zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner niet binnen dan op algemene of bijzondere schriftelijke last van de officier van justitie, of op een bijzondere schriftelijke last van een hulp-officier van justitie.
Van het binnentreden wordt door hen proces-verbaal opgemaakt, dat binnen tweemaal vierentwintig uur aan degene, wiens woning is binnengetreden, in afschrift wordt toegezonden.