Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/943 betreffende de interne markt voor elektriciteit
Artikel 16 Algemene beginselen inzake capaciteitstoewijzing en congestiebeheer
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2019
- Bronpublicatie:
05-06-2019, PbEU 2019, L 158 (uitgifte: 14-06-2019, regelingnummer: 2019/943)
- Inwerkingtreding
04-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2019, PbEU 2019, L 158 (uitgifte: 14-06-2019, regelingnummer: 2019/943)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
EU-recht / Marktintegratie
Energierecht / Distributie
1.
Congestieproblemen van het netwerk worden aangepakt met niet-discriminerende, aan de markt gerelateerde oplossingen waarvan voor de marktdeelnemers en de betrokken transmissiesysteembeheerders efficiënte economische signalen uitgaan. Netcongestieproblemen dienen te worden opgelost door middel van transacties losstaande methoden, met name methoden waarbij geen keuze tussen de contracten van afzonderlijke marktdeelnemers behoeft te worden gemaakt. Wanneer de transmissiesysteembeheerder operationele maatregelen treft om te waarborgen dat zijn transmissiesysteem in de normale toestand blijft, houdt hij rekening met het effect van deze maatregelen op aangrenzende regelzones en coördineert hij deze maatregelen met andere betrokken transmissiesysteembeheerders overeenkomstig Verordening (EU) 2015/1222.
2.
Procedures om transacties te beperken worden slechts toegepast in noodsituaties, met name wanneer de transmissiesysteembeheerder snel moet optreden en redispatching of compensatiehandel niet mogelijk is. Dergelijke procedures worden op niet-discriminerende wijze toegepast. Behoudens in geval van overmacht worden marktdeelnemers met een capaciteitstoewijzing voor zo'n eventuele beperking vergoed.
3.
De regionale coördinatiecentra voeren de gecoördineerde capaciteitsberekening uit overeenkomstig de leden 4 en 8 van dit artikel, zoals is voorzien in artikel 37, lid 1, onder a), en overeenkomstig artikel 42, lid 1.
De regionale coördinatiecentra berekenen de zoneoverschrijdende capaciteit met inachtneming van de operationele-veiligheidsgrenzen aan de hand van gegevens van de transmissiesysteembeheerders, inclusief gegevens over de technische beschikbaarheid van corrigerende maatregelen, met uitzondering van afschakeling. Wanneer de regionale coördinatiecentra concluderen dat alle beschikbare corrigerende maatregelen in de capaciteitsberekeningsregio of tussen capaciteitsberekeningsregio's niet toereikend zijn om het lineair traject van artikel 15, lid 2, of de in lid 8 van dit artikel bepaalde minimumcapaciteiten te bereiken, met inachtneming van de operationeleveiligheidsgrenzen, kunnen zij, als uiterste maatregel, gecoördineerde acties vaststellen om de zoneoverschrijdende capaciteit dienovereenkomstig te beperken. De transmissiesysteembeheerders mogen uitsluitend afwijken van gecoördineerde acties met betrekking tot de gecoördineerde capaciteitsberekening en de gecoördineerde veiligheidsanalyse overeenkomstig artikel 42, lid 2.
Vanaf drie maanden na de inwerkingtreding van de regionale coördinatiecentra overeenkomstig artikel 35, lid 2, van deze verordening en om de drie maanden, dienen de regionale coördinatiecentra een verslag in bij de betrokken regulerende instanties en ACER over de capaciteitsverminderingen of afwijkingen van gecoördineerde acties uit hoofde van de tweede alinea, waarbij zij de gevallen beoordelen en zo nodig aanbevelingen formuleert om dergelijke afwijkingen in de toekomst te voorkomen. Indien ACER concludeert dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor afwijking uit hoofde van dit lid of structureel van aard zijn, dan dient ACER een advies in bij de betrokken regulerende instanties en bij de Commissie. De bevoegde regulerende instanties nemen passende maatregelen tegen transmissiesysteembeheerders of regionale coördinatiecentra overeenkomstig artikel 59 of artikel 62 van Richtlijn (EU) 2019/944 indien niet is voldaan aan de voorwaarden voor afwijking uit hoofde van dit lid.
Afwijkingen van structurele aard worden aangepakt in een actieplan als bedoeld in artikel 14, lid 7, of in een bijwerking van een bestaand actieplan.
4.
Marktdeelnemers krijgen de beschikking over de maximale capaciteit van de interconnecties en/of de maximale capaciteit van de transmissienetwerken waarmee grensoverschrijdende capaciteit wordt verzorgd, zulks in overeenstemming met de voor een veilige exploitatie van het netwerk geldende veiligheidsnormen. Compensatiehandel en redispatching, met inbegrip van grensoverschrijdende redispatching, worden gebruikt voor het maximaliseren van de beschikbare capaciteit om de in lid 8 bedoelde minimumcapaciteit te bereiken en een gecoördineerd en niet-discriminerend proces voor grensoverschrijdende corrigerende maatregelen zal worden toegepast om zo'n maximalisering mogelijk te maken, na toepassing van de methodologie van kostendeling bij redispatching en compensatiehandel.
5.
Capaciteit wordt toegewezen door middel van expliciete capaciteitsveilingen of impliciete veilingen, waartoe zowel capaciteit als energie behoren. Beide methoden mogen worden gebruikt voor een en dezelfde interconnectie. Voor intradayhandel wordt continuhandel gebruikt en kunnen veilingen als aanvulling wordt gebruikt.
6.
In geval van congestie, wordt de capaciteit toegewezen aan het hoogste geldige bod, dat de hoogste waarde biedt voor de (schaarse) transmissiecapaciteit ongeacht of het een impliciet of expliciet bod binnen een gegeven tijdsbestek is. Het is verboden reserveringsprijzen vast te stellen in het kader van methoden voor capaciteitstoewijzing; bij artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1228/2003, artikel 17 van Verordening (EG) nr. 714/2009 of artikel 63 van onderhavige verordening wordt hierop een vrijstelling wordt verleend voor nieuwe interconnectoren.
7.
Capaciteit mag vrij worden verhandeld op secundaire basis mits de transmissiesysteembeheerder hiervan lang genoeg van tevoren in kennis wordt gesteld. Wanneer een transmissiesysteembeheerder een secundaire handel (transactie) weigert, deelt hij dit op duidelijke en transparante wijze mee en legt hij dit uit aan alle marktdeelnemers, en stelt hij de regulerende instantie daarvan in kennis.
8.
Transmissiesysteembeheerders leggen geen beperking op aan het volume van de interconnectiecapaciteit die aan marktdeelnemers ter beschikking wordt gesteld om congestie binnen hun eigen biedzone aan te pakken of die als middel dient voor het beheren van stromen als gevolg van transacties binnen de biedzones. Onverminderd de toepassing van de derogaties uit hoofde van de leden 3 en 9 van dit artikel en de toepassing van artikel 15, lid 2, wordt dit lid geacht te zijn nageleefd mits de volgende niveaus van beschikbare capaciteit voor zoneoverschrijdende handel zijn bereikt:
- a)
voor grenzen met een aanpak op basis van gecoördineerde nettotransmissiecapaciteit bedraagt de minimumcapaciteit 70 % van de transmissiecapaciteit, met inachtneming van de operationele-veiligheidsgrenzen, na aftrek van uitvalsituaties, als bepaald overeenkomstig het op grond van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 714/2009 vastgestelde richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer;
- b)
voor grenzen met een stroomgebaseerde aanpak is de minimumcapaciteit een marge die is vastgesteld in het capaciteitsberekeningsproces als beschikbaar voor door zoneoverschrijdende uitwisseling teweeggebrachte stromen. De marge bedraagt 70 % van de capaciteit, met inachtneming van de operationele-veiligheidsgrenzen van interne zoneoverschrijdende kritische netwerkelementen, rekening houdend met uitvalsituaties, als bepaald overeenkomstig het op grond van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 714/2009 vastgestelde richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer.
De volledige 30 % kan worden gebruikt voor de betrouwbaarheidsmarges, lusstromen en interne stromen voor elk kritisch netwerkelement.
9.
Op verzoek van transmissiesysteembeheerders van een capaciteitsberekeningsregio kunnen de relevante regulerende instanties een derogatie van lid 8 om voorzienbare redenen verlenen wanneer dat nodig is om de operationele veiligheid in stand te houden. Dergelijke derogaties, die geen betrekking mogen hebben op beperking van reeds toegewezen capaciteit overeenkomstig lid 2, worden verleend voor niet meer dan telkens een jaar, of — op voorwaarde dat de afwijking na het eerste jaar aanzienlijk afneemt — voor maximum twee jaar. Een dergelijke derogatie is strikt beperkt tot wat noodzakelijk is om operationele zekerheid te handhaven en leidt niet tot discriminatie tussen interne en zoneoverschrijdende uitwisselingen.
Voordat de betrokken regulerende instantie een derogatie verleent, raadpleegt zij de regulerende instanties van de andere lidstaten die deel uitmaken van de betrokken capaciteitsberekeningsregio's. Indien een regulerende instantie niet akkoord gaat met de voorgestelde derogatie, beslist ACER overeenkomstig artikel 6, lid 10, onder a), van Verordening (EU) 2019/942 of de derogatie moet worden verleend. De rechtvaardiging en de motivering betreffende de derogatie worden gepubliceerd.
Wanneer een derogatie wordt verleend, ontwikkelen en publiceren de relevante transmissiesysteembeheerders een methodologie en projecten die voorzien in een langetermijnoplossing voor de aangelegenheid waarop de derogatie betrekking heeft. De afwijking is van toepassing totdat de termijn voor de derogatie verstrijkt of de oplossing wordt toegepast, naargelang hetgeen het eerst gebeurt.
10.
Marktdeelnemers stellen de betrokken transmissiesysteembeheerders er voldoende lang vóór de aanvang van de betrokken exploitatieperiode van in kennis of zij voornemens zijn de toegewezen capaciteit te gebruiken. Eventueel toegewezen capaciteit die niet gaat worden benut, wordt op een open, transparante en niet-discriminerende wijze weer op de markt gebracht.
11.
Voor zover dat technisch mogelijk is, vereffenen de transmissiesysteembeheerders de behoeften aan capaciteit voor elektriciteitsstromen in tegengestelde richting over de overbelaste koppellijn, teneinde de capaciteit van deze lijn maximaal te benutten. Transacties waarmee de congestie wordt verlicht mogen, met volledige inachtneming van de netwerkveiligheid, niet worden geweigerd.
12.
De financiële gevolgen van het niet naleven van verplichtingen in verband met de toewijzing van capaciteit komen ten laste van de transmissiesysteembeheerders of NEMO's die daarvoor verantwoordelijk zijn. Wanneer marktdeelnemers niet gebruikmaken van de capaciteit waartoe ze zich verbonden hebben of, in het geval van expliciet geveilde capaciteit, deze capaciteit niet verhandelen op secundaire basis of tijdig teruggeven, verliezen die marktdeelnemers de rechten op die capaciteit en zijn ze een op de kosten gebaseerde vergoeding verschuldigd. De op de kosten gebaseerde vergoedingen voor het niet gebruiken van capaciteit dienen gerechtvaardigd en proportioneel te zijn. Indien een transmissiesysteembeheerder zijn verplichting in verband met het aanbieden van vaste transmissiecapaciteiten niet nakomt, vergoedt hij de marktdeelnemer voor het verlies van de capaciteitsrechten. Met andere verliezen die het gevolg zijn van het verlies van capaciteitsrechten wordt geen rekening gehouden. De belangrijkste concepten en methoden voor het vaststellen van de aansprakelijkheid voor het niet naleven van de verplichtingen worden van tevoren uiteengezet wat de financiële gevolgen betreft, en dienen te worden beoordeeld door de betrokken regulerende instantie.
13.
Bij het toewijzen van de kosten voor corrigerende maatregelen tussen transmissiesysteembeheerders analyseren regulerende instanties in hoeverre stromen als gevolg van transacties binnen biedzones bijdragen aan de congestie tussen twee biedzones en wijzen zij de kosten, op basis van die bijdrage aan de congestie, toe aan de transmissiesysteembeheerders van de biedzones die verantwoordelijk zijn voor het creëren van deze stromen, behalve wanneer het gaat om kosten die het resultaat zijn van stromen als gevolg van transacties binnen de biedzones die beneden het niveau liggen dat te verwachten is zonder structurele congestie in een biedzone.
Dit niveau wordt gezamenlijk geanalyseerd en vastgesteld door alle transmissiesysteembeheerders van een capaciteitsberekeningsregio voor elke biedzonegrens en wordt onderworpen aan de goedkeuring door alle regulerende instanties van de capaciteitsberekeningsregio.