V-N 2016/5.22
BPM-bezwaar van importeur is ontvankelijk
HR 15-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:41, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 januari 2016
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Punt, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
14/04106
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922691:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:41, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑01‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑01‑2016
- Wetingang
art. 7 Wet BPM 1992
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de importeur van rechtswege handelt namens degene op wiens naam het kenteken zal worden gesteld. Dit volgt uit art. 7 lid 1 Wet BPM 1992. De importeur hoeft dus niet over een volmacht van de kentekenhouder te beschikken.
Samenvatting
Belanghebbende, X bv, importeert een personenauto uit een andere EU-lidstaat. X bv vraagt een kenteken aan en doet bpm-aangifte. De bpm is betaald door de toekomstige kentekenhouder, doch X bv gaat in bezwaar. In geschil is of dit bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de aangever geen zelfstandig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.