BNB 2019/81
Privégebruik auto. Overgangsrecht voor auto’s van voor 1 januari 2017. Discriminatie. Schending eigendomsgrondrecht
HR 11-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:1, m.nt. P.G.M. Jansen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 januari 2019
- Magistraten
Mrs. De Groot, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools1.
- Zaaknummer
17/04934
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
P.G.M. Jansen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS46368:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Loonbelasting (V)
Loonbelasting / Loon
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:201, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑02‑2018
- Wetingang
Art. 36c lid 1 Wet LB 1964; art. 14 EVRM; art. 26 IVBPR; art. 1 Protocol 1 EVRM
Essentie
Privégebruik auto. Overgangsrecht voor auto’s van voor 1 januari 2017. Discriminatie. Schending eigendomsgrondrecht
Samenvatting
Aan belanghebbende is door zijn werkgever voor zakelijke doeleinden en privédoeleinden een auto met als datum van eerste toelating 21 augustus 2015 ter beschikking gesteld. De werkgever heeft bij de inhouding van loonheffingen over januari 2017 een forfaitaire bijtelling wegens privégebruik in aanmerking genomen van 25% van de waarde van de auto op jaarbasis. De Rechtbank heeft geoordeeld dat niet kan worden gezegd dat de overgangsregeling, die inhoudt dat voor de auto van belanghebbende het percentage van 25 van toepassing is gebleven, elke redelijke grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.