FED 2019/71
Als betalingsonmacht van een naheffingsaanslag loonbelasting rechtsgeldig is gemeld kan de omstandigheid dat de verschuldigde belasting meer beloopt dan die welke overeenkomstig de aangifte is afgedragen niet als verwijt aan belanghebbende in aanmerking worden genomen bij de vraag of sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur
HR 22-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:284, m.nt. Y.E.J. Geradts
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 februari 2019
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Loon, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
18/00983
18/00984
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Y.E.J. Geradts
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS47723:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
Belastingrecht algemeen (V)
Fiscaal procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:285, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2019
ECLI:NL:HR:2019:284, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1374, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑02‑2018
- Wetingang
Art. 36 lid 3 Invorderingswet 1990 jo. art. 7 lid 2 Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990
Essentie
Als betalingsonmacht van een naheffingsaanslag loonbelasting rechtsgeldig is gemeld kan de omstandigheid dat de verschuldigde belasting meer beloopt dan die welke overeenkomstig de aangifte is afgedragen niet als verwijt aan belanghebbende in aanmerking worden genomen bij de vraag of sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur
Samenvatting
Belanghebbende is aansprakelijk gesteld voor een naheffingsaanslag loonbelasting premie volksverzekeringen voor de periode 1 januari 2004 t/m 31 december 2005. De naheffingsaanslag is opgelegd op 16 oktober 2009. Deze is door de BV onbetaald gelaten. Gelet op de ter cassatie niet bestreden oordelen van het hof moet ervan worden uitgegaan dat terzake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.