RvdW 2022/583
Onrechtmatige overheidsdaad. Strafrecht. Erkenning en tenuitvoerlegging Engels strafvonnis op grond Kaderbesluit 2008/909/JBZ en Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (Wets). Schending hoor en wederhoor in aanpassingsprocedure bij penitentiaire kamer (art. 2:11 Wets)?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juni 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, E.S.G.N.A.I. van de Griend, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/01290
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Penitentiair recht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:858, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:160, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑02‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2021
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 2:11 Wets
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Strafrecht. Erkenning en tenuitvoerlegging Engels strafvonnis op grond Kaderbesluit 2008/909/JBZ en Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (Wets). Schending hoor en wederhoor in aanpassingsprocedure bij penitentiaire kamer (art. 2:11 Wets)?
Samenvatting
Uit het oordeel dat de penitentiaire kamer na herbeoordeling heeft gegeven, blijkt dat zij de door eiser in zijn brief verwoorde zienswijze ten aanzien van de erkenning en de tenuitvoerlegging van het Engelse strafvonnis, in haar oordeelsvorming heeft betrokken. Aldus is in die aanpassingsprocedure het recht van hoor en wederhoor in acht genomen. Bij ...