FED 2024/92
Bij niet-tijdig nemen van een dwangsombesluit ex art. 4:18 Awb wordt geen dwangsom verbeurd.
HR 21-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:906, m.nt. mr. dr. R.M.P.G. Niessen-Cobben
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 2024
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Fierstra, Faase, Cools, Peters
- Zaaknummer
22/02323
- Noot
mr. dr. R.M.P.G. Niessen-Cobben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS977476:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑06‑2024
ECLI:NL:HR:2024:906, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑2024
- Wetingang
Art. 1:3 lid 3, art. 4:17 lid 1, art. 4:18 Awb
Essentie
Bij niet-tijdig nemen van een dwangsombesluit ex art. 4:18 Awb wordt geen dwangsom verbeurd.
Samenvatting
Het verzoek om ambtshalve vermindering wordt door belanghebbende op 23 maart 2018 naar de inspecteur gezonden. Een beslissing op dit verzoek blijft uit waarna belanghebbende op 7 december 2018 de inspecteur in gebreke stelt. Ondanks de ingebrekestelling wordt geen beslissing genomen, zodat belanghebbende de inspecteur op 17 mei 2019 opnieuw inzake het verzoek tot herziening van IB/PVV 2014 in gebreke stelt.
Ter discussie staat of belanghebbende in deze omstandigheid recht heeft op tweemaal een dwangsom wegens het niet-tijdig nemen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.