NJB 2016/558
Feitelijke grondslag. Verjaring. Stuiting. Het hof oordeelt dat een verjaring is gestuit doordat een beslagrekest is ingediend en behandeld. HR: Eiseres heeft haar beroep op stuiting niet onderbouwd met een beroep op het beslagrekest. Het hof heeft derhalve ten onrechte de feitelijke grondslag van het beroep op stuiting aangevuld
HR 04-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:375
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 maart 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/05042
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:375, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2305, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2015
- Wetingang
(Rv art. 24; BW art. 3:316)
Essentie
Feitelijke grondslag. Verjaring. Stuiting. Het hof oordeelt dat een verjaring is gestuit doordat een beslagrekest is ingediend en behandeld. HR: Eiseres heeft haar beroep op stuiting niet onderbouwd met een beroep op het beslagrekest. Het hof heeft derhalve ten onrechte de feitelijke grondslag van het beroep op stuiting aangevuld
Partij(en)
De man, adv. mr. M.E. Bruning, vs. de vrouw, adv. mr. C.G.A. van Stratum.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Partijen zijn in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Tijdens het huwelijk heeft de man pensioenrechten opgebouwd bij een stichting. Bij echtscheidingsconvenant van 29 juli 1994 hebben partijen bepaald dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.