Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake samenwerking bij de bestrijding van sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen over zee en door de lucht in het Caribisch gebied
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Geldend
Geldend vanaf 18-09-2008
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gepubliceerd in het Maandbericht van november 2008.
- Bronpublicatie:
10-04-2003, Trb. 2004, 54 (uitgifte: 12-03-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-09-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2010, Trb. 2010, 253 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
In dit Verdrag wordt verstaan onder:
- a.
‘sluikhandel’, hetzelfde als omschreven in het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 1988 (hierna ‘het Verdrag van 1988’);
- b.
‘bevoegde nationale autoriteit’, de autoriteit of autoriteiten aangewezen uit hoofde van het zevende lid van artikel 17 van het Verdrag van 1988, of wat anderszins ter kennis van de Depositaris is gebracht;
- c.
‘rechtshandhavingsautoriteit’, het bevoegde rechtshandhavingsorgaan of de bevoegde rechtshandhavingsorganen waarvan de Depositaris door elke Partij in kennis is gesteld, en die verantwoordelijk is respectievelijk zijn voor het uitvoeren van rechtshandhavingstaken op zee of in de lucht van die Partij uit hoofde van dit Verdrag;
- d.
‘rechtshandhavingsfunctionarissen’, de geüniformeerde en overige duidelijk herkenbare leden van de rechtshandhavingsautoriteit van elke Partij;
- e.
‘vaartuigen van de rechtshandhavingsautoriteit’, vaartuigen in de overheidsdienst die duidelijk als zodanig gemarkeerd en herkenbaar zijn, die worden gebruikt voor rechtshandhavingsdoeleinden en daarvoor naar behoren zijn gemachtigd, met inbegrip van boten en luchtvaartuigen aan boord van deze vaartuigen, en waarin zich rechtshandhavingsfunctionarissen bevinden;
- f.
‘luchtvaartuigen van de rechtshandhavingsautoriteit’, luchtvaartuigen in de overheidsdienst die duidelijk als zodanig gemarkeerd en herkenbaar zijn, die worden gebruikt voor rechtshandhavingsdoeleinden en daarvoor naar behoren zijn gemachtigd, en waarin zich rechtshandhavingsfunctionarissen bevinden;
- g.
‘luchtvaartuigen ter ondersteuning van rechtshandhavingsoperaties’, luchtvaartuigen in de overheidsdienst van een Partij die duidelijk als zodanig gemarkeerd en herkenbaar zijn, die in het kader van een rechtshandhavingsoperatie assistentie bieden aan een luchtvaartuig of vaartuig van de rechtshandhavingsautoriteit van die Partij;
- h.
‘wateren van een Partij’, de territoriale zee en de archipelwateren van die Partij;
- i.
‘luchtruim van een Partij’, het luchtruim boven het (continentale en insulaire) grondgebied en de wateren van die Partij;
- j.
‘Caribisch gebied’, de Golf van Mexico, de Caribische zee en de Atlantische Oceaan ten westen van 45 graden westerlengte, ten noorden van de 0 graden breedtecirkel (de evenaar) en ten zuiden van 30 graden noorderbreedte, met uitzondering van de territoriale zee van Staten die geen Partij zijn bij dit Verdrag;
- k.
‘verdacht luchtvaartuig’, elk luchtvaartuig ten aanzien waarvan redelijke gronden bestaan voor het vermoeden dat het betrokken is bij sluikhandel;
- l.
‘verdacht vaartuig’, elk vaartuig ten aanzien waarvan redelijke gronden bestaan voor het vermoeden dat het betrokken is bij sluikhandel.