Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/2472 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 48 Steun voor adviesdiensten in de bosbouwsector
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2023
- Bronpublicatie:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2607 (uitgifte: 23-11-2023, regelingnummer: 2023/2607)
- Inwerkingtreding
13-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2607 (uitgifte: 23-11-2023, regelingnummer: 2023/2607)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
1.
Steun voor adviesdiensten in de bosbouwsector is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag als wordt voldaan aan dit artikel en aan hoofdstuk I van deze verordening.
2.
De betrokken diensten mogen niet van permanente of periodieke aard zijn en evenmin verband houden met de exploitatiekosten van de onderneming. De adviesdiensten bestrijken de economische, ecologische en sociale dimensies en verstrekken actuele technologische en wetenschappelijke informatie die tot stand is gekomen in het kader van onderzoek en innovatie.
De lidstaten zien erop toe dat de krachtens dit artikel gesteunde acties consistent zijn met de in hun strategisch GLB-plan opgenomen beschrijving van AKIS.
3.
De lidstaten zien erop toe dat het systeem van de adviesdiensten minstens betrekking heeft op kwesties in verband met de uitvoering van Richtlijn 92/43/EEG, Richtlijn 2000/60/EG, Richtlijn 2008/50/EG, Richtlijn 2009/147/EG, Verordening (EU) 2016/2031, artikel 55 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en Richtlijn 2009/128/EG.
4.
De steun wordt verleend in de vorm van een gesubsidieerde dienst.
De organisaties die worden geselecteerd om adviesdiensten te verstrekken, beschikken over daartoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel, alsmede over ervaring op het gebied van adviesverstrekking, en zijn betrouwbaar gebleken op de gebieden waarover zij advies verstrekken.
5.
De lidstaten zien erop toe dat de verstrekker van de adviesdiensten onpartijdig is en geen belangenconflict heeft.
6.
Wanneer dat gerechtvaardigd en passend is, mag het advies gedeeltelijk in groep worden verstrekt, met dien verstande dat rekening wordt gehouden met de situatie van de individuele begunstigden van de adviesdiensten.
7.
De steun blijft beperkt tot 100 % van de in aanmerking komende kosten en mag over een periode van drie jaar niet meer bedragen dan 200 000 EUR per onderneming.