Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/369
Insolventierecht. Procesrecht. Overneming geding door curator (art. 25, 27 Fw); toepassingsbereik; vordering gefailleerde tot rectificatie. Aantekening in roljournaal dat curator geding overneemt; einduitspraak ten opzichte van gefailleerde; gevolgen niet aanwenden rechtsmiddel.
HR 13-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:416
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 maart 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/02469
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS194810:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:416, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:870, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑05‑2018
- Wetingang
Samenvatting
Om te kunnen aannemen dat een rechtsvordering een tot de failliete boedel behorend recht tot onderwerp heeft als bedoeld in art. 25 lid 1 Fw, is niet voldoende dat de boedel op de een of andere wijze wordt geraakt door de toe- of afwijzing van die vordering. Het moet gaan om vorderingen waarbij vermogensbelangen in geschil zijn. Wanneer de gefailleerde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.