RvdW 2010/952
Strafvermindering bij overschrijding van de redelijke termijn; oplegging schadevergoedingsmaatregel na verjaring civiele vordering.
HR 13-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0912
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
08/02036
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BM0912
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM0912, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM0912, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑04‑2010
- Wetingang
Sr art. 36f
Essentie
1. Bij overschrijding van de redelijke termijn moet de rechter in zijn uitspraak aangeven in welke vorm of mate de straf is verlaagd en moet dus ook vermeld worden welke straf zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden. In casu heeft het Hof dat onvoldoende gedaan.
2. Oplegging schadevergoedingsmaatregel nadat de civiele vordering was verjaard. De schadevergoedingsmaatregel kan los van de beslissing in de voegingsprocedure van de benadeelde partij worden opgelegd indien en voor zover de verdachte jegens een slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.