NJB 2023/824
Tegenstrijdig belang. Vervolg op HR 14 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR0119. Na het overlijden van de enig bestuurder en aandeelhouder van een vennootschap laat een opdrachtnemer van de vennootschap zich inschrijven als bestuurder van de vennootschap en verkoopt hij namens de vennootschap een aanzienlijk deel van de onderneming van de vennootschap aan een zakenrelatie. Hoge Raad: 1. Grenzen rechtsstrijd in verwijzingsgeding. Het stond het verwijzingshof niet vrij om de vordering toe te wijzen op de gehanteerde grond. 2. Motivering. Het hof had nader moeten motiveren waarom de vaststaande feiten onvoldoende zijn om aan te nemen dat sprake was van een tegenstrijdig belang. 3. Statutaire bepaling over tegenstrijdig belang. Als de bestuurder volgens de statuten bevoegd is bij een tegenstrijdig belang, kan er sprake zijn van onbehoorlijke taakvervulling. Ook kan degene die met de vennootschap handelt zich in strijd met de redelijkheid en billijkheid gedragen, indien hij bekend is met het tegenstrijdig belang.
HR 17-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:409
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 maart 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
21/03353
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:409, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:551, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑08‑2021
- Wetingang
(art. 2:9 BW; art. 2:256 (oud) BW; art. 424 Rv)
Essentie
Tegenstrijdig belang. Vervolg op HR 14 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR0119. Na het overlijden van de enig bestuurder en aandeelhouder van een vennootschap laat een opdrachtnemer van de vennootschap zich inschrijven als bestuurder van de vennootschap en verkoopt hij namens de vennootschap een aanzienlijk deel van de onderneming van de vennootschap aan een zakenrelatie. Hoge Raad: 1. Grenzen rechtsstrijd in verwijzingsgeding. Het stond het verwijzingshof niet vrij om de vordering toe te wijzen op de gehanteerde grond. 2. Motivering. Het hof had nader moeten motiveren waarom de vaststaande feiten onvoldoende zijn om aan te nemen dat sprake was van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.