V-N 2024/30.26
Geen aparte dwangsom bij niet tijdig nemen dwangsombesluit
HR 21-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:906, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 2024
- Magistraten
Van Hilten, Fierstra, Faase, Cools, Peters
- Zaaknummer
22/02323
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS965290:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑06‑2024
ECLI:NL:HR:2024:906, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑2024
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de ingebrekestelling enerzijds dient als attendering en aansporing jegens het bestuursorgaan en anderzijds bepalend is voor de aanvang van de termijn waarover de dwangsom is verschuldigd. Het bestuursorgaan verbeurt geen tweede dwangsom als het dwangsombesluit uitblijft.
Samenvatting
X verzoekt op 23 maart 2018 om een ambtshalve vermindering van de IB-aanslag over 2014. Op 7 december 2018 stelt X de inspecteur in gebreke wegens het niet tijdig beslissen op dit verzoek. Op 17 mei 2019 volgt een nieuwe ingebrekestelling inzake het “verzoek tot herziening van IB/PVV 2014”. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de inspecteur de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.