RvdW 2016/934
Art. 81 lid 1 RO. Beroepsaansprakelijkheid opeenvolgende advocaten.
HR 09-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2049
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 september 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/02008
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Juridische beroepen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2049, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:876, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2016
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Beroepsaansprakelijkheid opeenvolgende advocaten.
Partij(en)
[eiseres], eiseres tot cassatie, adv.: mr. B.T.M. van der Wiel
tegen
[verweerder], verweerder in cassatie, adv.: mr. D.M. de Knijff.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
Deze zaak betreffende beroepsaansprakelijkheid van een advocaat is een vervolg op het arrest van de Hoge Raad van 15 maart 2013.1. In deze tweede cassatieprocedure is de vraag aan de orde of het hof het leerstuk van de kansschade op de juiste wijze heeft toegepast en of hij daarbij binnen de door partijen getrokken grenzen van de rechtsstrijd is gebleven. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.